President Bouterse heeft de Hoge Raad in Nederland gevraagd om een nieuw proces om zijn veroordeling tot elf jaar cel wegens cocaïnehandel ongedaan te maken. Zijn advocaat Inez Weski heeft gisteren bij het hoogste rechtscollege een herzieningsverzoek ingediend tegen de veroordeling in 2000 door het gerechtshof in Den Haag.
Volgens haar heeft de kroongetuige in de strafzaak, de Belg Patrick van L., laten weten dat hij onder druk van het Openbaar Ministerie in de strafzaak een valse belastende verklaring heeft afgelegd. De getuige had gezegd dat Bouterse betrokken was bij een transport van 474 kilo cocaïne dat in 1997 in de haven van Stellendam werd onderschept. Volgens Weski deed de getuige dit omdat hem door het OM allerlei nooit geopenbaarde gunsten zijn toegezegd. Hij heeft zijn eerdere verklaringen nu bij de notaris herroepen.
Weski vraagt in het herzieningsverzoek ook om “een diepgaand onderzoek naar de geconstateerde schendingen van de waarheidsvinding en de rechtsgang opdat niet alleen alsnog recht wordt gedaan aan Bouterse, maar tevens voorkomen wordt, dat een onderzoeksteam niet meer op deze verblinde wijze buiten elke rechtsstaat kan komen te opereren.”
Bouterse stond destijds terecht voor meerdere drugstransporten maar werd uiteindelijk alleen voor de Stellendam-zaak veroordeeld tot elf jaar straf. Toenmalig advocaat in de zaak Bram Moszkowicz vroeg in 2002 al om herziening. Volgens hem was de verklaring van kroongetuige Van L. onbetrouwbaar. De Hoge Raad heropende de zaak toen niet. Volgens advocaat Gerard Spong is het voorbarig om nu te speculeren op een vrijspraak.{mp3}spong7mei{/mp3}