Het is volgens Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën & Planning niet zo dat begrote middelen meteen beschikbaar zijn; dat gebeurt bij delen. Hiermee reageert hij op uitspraken van vicepresident Ronnie Brunswijk over het al dan niet vrijmaken van middelen voor ministeries waar ABOP-ministers de scepter zwaaien. Brunswijk vroeg zich af waarom Raghoebarsing meewerkt aan een staatsbegroting, als er geen middelen zijn voor de financiering daarvan. Het gaat niet van een leien dak, zegt Raghoebarsing. Het geld is niet ‘bogo bogo’ beschikbaar. Daarom moet zuinig mee worden omgegaan.
Raghoebarsing zei tijdens de personconferentie na de regeringsraadvergadering (rrv) dat er deze maand salarissen met vakantiegeld betaald moeten worden: ruim SRD 1.8 miljard. Dat wordt met passen en meten gedaan. Hiervoor wordt er gespaard, geeft de bewindsman aan ter illustratie dat de middelen bij goedkeuring van de begroting, niet direct beschikbaar zijn.
Het is volgens de financiën-minister niet alleen de vicepresident die klachten heeft. Ook de president, het Hof van Justitie, de parlementsvoorzitter en VHP-ministers kloppen aan bij dit ministerie voor middelen. Met het beschikbare geld moet echter zuinig worden omgegaan.
Dat betalingen lang op zich laten wachten, ligt volgens de minister soms ook aan de documentatie. ‘Soms zit je op stukken te wachten voordat zij helemaal in orde zijn. Als die stukken niet in orde zijn, lijkt het er soms op dat ik niet wil betalen’. Maar niemand heeft reden om te denken dat er binnen het kabinet met verschillende maten gemeten wordt, aldus de bewindsman. Hij prees het kabinet voor het verzette werk tot nu toe.