Het superaffiche Manchester City-Barcelona leverde geen topwedstrijd op, maar waarschijnlijk al wel de beslissing in de strijd om een plek in de kwartfinale. Barça won met 2-0 dankzij doelpunten van Lionel Messi (strafschop) en Dani Alves.
City-Barcelona werd niet alleen als topaffiche betiteld omdat het een confrontatie betrof tussen twee grootmachten, maar vooral omdat beide clubs dit seizoen garant staan voor spektakel en doelpunten. City was dit seizoen in 25 competitieduels al goed voor 68 treffers, terwijl Barça in 24 wedstrijden zelfs 69 keer scoorde.
Diegenen die op een voetbalfeest hadden gehoopt, kwamen echter bedrogen uit. Bij beide clubs was de angst om een doelpunt te incasseren groter dan de wens om een treffer te maken. Die instelling bleek ook uit de beginformatie van City, want trainer Manuel Pellegrini had plek ingeruimd voor twee linksbacks (Aleksandar Kolarov en Gaël Clichy) om de aanvallende dreiging van Dani Alves te kunnen beantwoorden. Die keuze ging ten koste van een offensieve kracht en de amusementswaarde van de wedstrijd.
De grootste kans van de eerste helft was voor City, na een fout van doelman Victor Valdés van Barça bij een vrije trap van David Silva . Vincent Kompany en Yaya Touré kregen de bal in de daaropvolgende scrimmage echter niet in het doel. Barça was gevaarlijk via een schot van Xavi en claimde een strafschop na hands van Clichy. De 0-0 stand bij rust betekende een unicum voor City, want de laatste keer dat een thuiswedstrijd van The Citizens in de pauze een brilstand kende, was in november 2010 tegen Birmingham City.
In de achtste minuut na rust veranderde alles toen Martin Demichelis de doorgebroken Lionel Messi naar de grond haalde. De verdediger kreeg rood en Barcelona werd een strafschop toebedeeld. Die laatste beslissing wekte de woede van City, dat erop wees dat Demichelis’ eerste contact met Messi niet binnen, maar buiten het strafschopgebied plaatsvond . Messi nam de penalty voor zijn eigen rekening en plaatste de bal in het midden van het doel. Met zijn treffer evenaarde hij Raúl (ex-Real Madrid). Beide spitsen hebben nu 66 Champions League-doelpunten gemaakt in dienst van één club.
Barcelona rook bloed en vond met elf tegen tien de ruimte op het veld die het daarvoor niet kon vinden. City moest alle zeilen bijzetten om verdere schade te voorkomen en mocht van geluk spreken dat Dani Alves in de 65ste minuut een grote mogelijkheid om zeep hielp. In het laatste kwartier vond City de moed uit zijn schulp te kruipen en dat leverde een kans op voor David Silva, die zijn volley gered zag worden door Victor Valdés. De Engelsen kregen het deksel echter op de neus, want Dani Alves bracht in de slotminuten de tweede treffer van Barcelona op het scorebord. Daardoor treden de Catalanen de return van 12 maart in een zetel tegemoet.