Real Madrid heeft zaterdag voor de dertiende keer de Champions League gewonnen. Door in een krankzinnige finale in Kiev te winnen van Liverpool (3-1) is De Koninklijke bovendien voor de derde keer op rij de beste club van Europa. De eindstrijd zal voor altijd worden gelinkt aan twee gigantische flaters van Liverpool-keeper Loris Karius en de grandioze invalbeurt van Gareth Bale.

In de derde Champions League-finale op rij voor veelvraat Real Madrid, de vierde in de afgelopen vijf seizoenen, koos trainer Zinedine Zidane opmerkelijk genoeg voor exact dezelfde elf spelers als vorig jaar. Destijds wonnen de Spanjaarden in Wales met 4-1 van Juventus, uitgerekend in zijn thuisland begon Bale (niet helemaal fit) toen op de bank. Net als de aanvaller moest ook Marco Asensio zaterdag weer genoegen nemen met een reserverol, waardoor Karim Benzema en Isco wederom in de basis stonden.

De elf van Zidane moesten in de openingsfase echter toestaan hoe Liverpool – met Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum in de basis – het meest dreigend was. Raphaël Varane moest al na een halve minuut Sadio Mané afstoppen en even later een voorzet van jongeling Trent Alexander-Arnold wegwerken, Wijnaldum zag zijn schot worden geblokt, waarna een korte fase van hevige druk van Liverpool ook geen doelpunt opleverde. Real kwam lange tijd niet verder dan een afstandsschot van linksback Marcelo (ver naast) en een poeier van Cristiano Ronaldo (rakelings over).

De grootste kansen voor The Reds volgden halverwege de eerste helft. Eerst werd een inzet van Roberto Firmino gekraakt, de rebound viel voor de rechter van Alexander-Arnold. De pas negentienjarige rechtsback haalde verwoestend uit, maar Keylor Navas redde soeverein. Na die overtuigende openingsfase kreeg het Liverpool van manager Jürgen Klopp echter een regelrechte dreun te verwerken: nog vóór er een halfuur verstreken was, moest vedette Mohamed Salah geblesseerd naar de kant.

De Egyptische aanvaller kwam in duel met Sergio Ramos verkeerd terecht, daarbij viel hij vermoedelijk op zijn schouder of sleutelbeen. Na een korte behandelperiode probeerde Salah het nog even, maar enkele minuten later ging hij er alsnog bij zitten en moest hij – in tranen – naar de kant. Daarmee raakte Liverpool zijn grote roerganger kwijt. In de Champions League was Salah (die vervangen werd door Adam Lallana) dit seizoen al tien keer trefzeker, in de Premier League scoorde hij liefst 32 keer.

Jürgen Klopp gelooft dat met een slimme speelwijze het team met de beste spelers verslagen kan worden, maar in de Champions League-finale is Liverpool daar niet in geslaagd tegen Real Madrid (3-1 verlies). Waarom het oorspronkelijke strijdplan van Klopp de prullenmand in kon door het uitvallen van Mohamed Salah.

Niet veel later moest Zidane eveneens noodgedwongen wisselen, toen Dani Carvajal bij een ongelukkig uitgevoerd hakje geblesseerd raakte. De Real-rechtsback zocht eveneens huilend de catacomben op, ongetwijfeld terugdenkend aan de zomer van 2016. Ook toen moest Carvajal in tranen de Champions League-finale geblesseerd verlaten, die kwetsuur kostte hem zelfs het EK. De emoties van beide uitvallers vallen ook nu niet los te zien van komende zomer. Voor zowel de Egyptenaar als de Spanjaard komt het WK van aankomende zomer mogelijk in gevaar.

In de slotfase van de eerste helft liet Real zien wat beter met de domper te kunnen omgaan. De Spanjaarden leken zelfs op 1-0 te komen, toen Karim Benzema scoorde. De Fransman schoot raak uit de rebound van een kopbal van Cristiano Ronaldo, maar werd teruggevlagd wegens buitenspel. Omdat de voor Carvajal ingevallen Nacho de bal kort voor rust in het zijnet volleerde, gingen beide ploegen met 0-0 rusten.

Waar de eerste helft enigszins tegenviel, barstte het voetbalfeest in de tweede helft in alle hevigheid los. Kort na rust kreeg Isco de bal na vreemd ingrijpen van Lallana plotseling voor zijn voeten. Hij duwde de bal weliswaar voorbij de uitkomende Karius, maar raakte met zijn inzet de lat. Waar de Duitse goalie bij dat moment niets te verwijten viel, was hij bij de eerste goal van de avond de absolute zondebok. Hij pikte een lange bal op en wilde het spel snel hervatten door de bal mee te geven aan een verdediger, maar gooide die bal tegen het nonchalant uitgestoken been van Benzema aan: 1-0.

Die krankzinnige blunder leek Liverpool uit het veld te slaan, maar vier minuten later konden de meegereisde Engelse fans (en vooral Karius) weer lachen. Een gevaarlijk indraaiende voorzet van James Milner werd ternauwernood tot corner verwerkt, uit die hoekschop viel alsnog de 1-1. Dejan Lovren kopte richting doel, waarna Mané de bal van dichtbij het beslissende zetje gaf voor de gelijkmaker.

Wie dacht dat daarmee de koek op was, kwam bedrogen uit: uitgerekend invaller Bale eiste de hoofdrol op. Zidane had vlak daarvoor ingegrepen door Isco naar de kant te halen voor de Welshman, die dat vertrouwen drie minuten na zijn entree op werkelijk onnavolgbare wijze terugbetaalde. Uit een voorzet van Marcelo probeerde hij het met een spectaculaire omhaal, de bal sloeg schitterend achter Karius in het doel. Bale zal direct hebben teruggedacht aan de finale van 2014. Ook toen was hij (destijds in de verlenging) goed voor de 2-1. Het werd tegen stadgenoot Atlético uiteindelijk nog 4-1.

Dit keer maakte Bale zijn jongensboek nóg mooier. Kort voor tijd besloot hij van grote afstand uit te halen. Zijn zwabberschot leek een makkelijke prooi voor Karius, maar de voormalig keeper van FSV Mainz 05 ging wederom grandioos de mist in en liet de bal glippen: 3-1. Dat betekende de knock-out voor Liverpool, waardoor Van Dijk en Wijnaldum in de voetsporen van Dirk Kuijt en Boudewijn Zenden treden. De Nederlanders verloren in 2007 ook een Champions League-finale met Liverpool, toen met 2-1 van het AC Milan van Clarence Seedorf.

Door de zege mag Real zich voor de dertiende keer de beste club van Europa noemen, bovendien voor de derde keer op rij. Slechts drie teams kregen het eerder voor elkaar om drie keer op rij het prestigieuze toernooi te winnen: Real Madrid zelf (zelfs vijf keer tussen 1956 en 1960), Ajax (1971-1973) en Bayern München (1974-1976). De Spanjaarden wonnen de laatste zeven Champions League-finales waarin het meedeed, vier daarvan waren in de laatste vijf jaar. Nog altijd is Liverpool (1981) de laatste ploeg die Real in een eindstrijd van de Europese hoofdprijs afhield.

Ook trainer Zidane heeft een mooie mijlpaal bereikt. De Fransman, die pas 28 maanden in functie is als hoofdtrainer van Real Madrid, staat nu als coach op drie eindzeges in het belangrijkste Europese clubtoernooi. Dat presteerden eerder ook Bob Paisley en Carlo Ancelotti, terwijl grootheden als José Mourinho en Pep Guardiola de Champions League twee keer wonnen. Zidane schaarde zich vorig jaar al in een rijtje met Brian Clough, Arrigo Sacchi en Helenio Herrera: zij wonnen de prijs eveneens twee keer op rij. Van hen heeft Zidane nu dus afstand genomen.

Bron : VI