De Nederlandse ambassadeur Henk van der Zwan is verbaasd over enkele delen uit de verklaring van JusPol-minister Kenneth Amoksi, waarin hij zijn relaas doet over de uitzetting van Regita ‘Asawini’ Edenburg.
Zo zegt van der Zwan dat het absoluut niet zo is dat een Nederlandse staatsburger in Frans-Guyana kan worden uitgezet. Amoksi schreef in zijn verklaring ‘dat met het proberen uitzetten van Edenburg via Frans-Guyana de uitzetting van Edenburg in feite was voltooid. Het gaat om een Europees staatsburger en Frans-Guyana is Europees grondgebied. En op het moment dat ze het grondgebied van Europa betreedt, is de uitzetting voltooid’. De Nederlandse ambassadeur benadrukt dat zij in land van herkomst uitgezet dient te worden. Dat kon via de directe weg, aangezien er twee lijnvluchten zijn die naar Amsterdam reizen. Van der Zwan vindt het daarom raadselachtig waarom voor een dergelijke omweg via Frans Guyana is gekozen.
Daarnaast is er nooit eerder contact met de Nederlandse ambassade geweest, voordat men trachtte om Asawini uit te zetten. Er is ook geen verzoek geweest vanuit de Nederlandse ambassade om Asawini terug te halen naar Suriname. Ook daar zijn de verklaringen tegenstrijdig, omdat Amoksi schreef: ‘echter zouden de Nederlandse ambassade en het consulaat gevraagd hebben dat de uitzetting “op een andere manier” gebeurde. Als ze haar Nederlandse paspoort in Frans-Guyana had ontvangen, was ze wel uitgezet’.
Van der Zwan zegt slechts meegedeeld te hebben dat, voor het bevestigen van haar nationaliteit, hij toegang dient te hebben tot Asawini en haar moet kunnen spreken. Dit heeft de ambassade uit zichzelf proberen te doen, toen de media melding maakte van een Nederlander in hechtenis. Het lukte de ambassade echter niet om haar op politiebureau Geyersvlijt te spreken. Er is een diplomatieke nota verstuurd naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business & Internationale Samenwerking (BIBIS) voor informatie over dit geval.
Het blijkt dat het Nederlands passpoort van Asawini niet te vinden was voor de Surinaamse autoriteiten. Daarom werd een noodpaspoort voor haar gemaakt. Van der Zwan vindt dat de afhandeling van dit geval anders was gelopen als de Surinaamse autoriteiten vanaf het begin contact hadden opgenomen met de ambassade.