Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft vandaag gereageerd op uitspraken van president Chan Santokhi, over het al dan niet vrijmaken van middelen voor zogenoemde ‘ABOP-ministeries’. Voor aanvang van de raad van ministersvergadering zei Brunswijk dat er achterstanden zijn in betalingen door de overheid aan verschillende leveranciers die diensten hebben verricht aan de staat. Het gaat in het bijzonder om diensten voor de ontwikkeling van het binnenland.
Hij toonde reçu’s en missiven die zijn goedgekeurd, maar waarvan er nog steeds geen betalingen zijn verricht. Hiermee wilde Brunswijk duidelijk maken dat er geen middelen worden vrijgemaakt voor ABOP-ministeries. President Chan Santokhi had deze bewering bestempeld als nonsens. Brunswijk zegt dat hij niet op dezelfde tour wil gaan als de president om zulke bewoordingen te gebruiken.
De vicepresident geeft aan dat er selectief middelen beschikbaar worden gesteld, omdat de minister van Financiën en Planning wel middelen vrijmaakt voor de restauratie van het belastinggebouw aan de Dr. Sophie Redmondstraat. Brunswijk vindt dat het geen prioriteit is.
Hij is verder van mening dat minister Raghoebarsing geen begroting moet goedkeuren als hij weet er geen geld is om de betalingen te doen.