Arsenal kwam tegen Tottenham Hotspur terug van een achterstand, maar blij was manager Arsène Wenger niet met de uitslag: 1-1. Hij zag zijn team twee punten verspelen en sleutelspelers geblesseerd raken.
Arsenal domineerde thuis in de stadsderby tegen Tottenham, maar zag de bezoekers via Nacer Chadli in de 56ste minuut toch de leiding nemen. Een treffer van Alex Oxlade-Chamberlain leverde een kwartier voor tijd toch een punt op voor The Gunners, maar Wenger baalde nog steeds van het resultaat.
‘Ik ben gefrustreerd omdat we twee punten hebben laten liggen. Bovendien deden we te weinig met de standaardsituaties’, somberde hij tegenover Sky Sports. ‘Toch verdient het team credits. Ze hebben veel kwaliteit, instelling en doorzettingsvermogen getoond. Dat biedt veel potentieel voor de toekomst.’
Wenger zag Aaron Ramsey en Mikel Arteta al in de eerste helft geblesseerd uitvallen. Zij voegen zich bij de al rijkelijk gevulde ziekenboeg. Op de vraag of de twee middenvelders woensdag in de Champions League kunnen spelen tegen Galatasaray, was Wenger helder. ‘Dat is onmogelijk. Als ze last hebben van spierblessures, dan zie ik niet hoe ze de volgende wedstrijd gaan halen.’
Tottenham-manager Mauricio Pochettino was na afloop content met zijn ploeg. ‘Dit is een goed resultaat voor ons. Arsenal had meer balbezit, maar we speelden goed. We bleven compact en hebben de kans gegrepen om te scoren. Het was een mooi doelpunt dat onze filosofie onderstreept, maar het is momenteel lastig voor ons om negentig minuten lang op die manier te spelen.’