De kans op stalorders bij het Formule 1-team van Mercedes is behoorlijk toegenomen na de botsing tussen Nico Rosberg en Lewis Hamilton tijdens de Grote Prijs van België. Teambaas Toto Wolff wilde nog geen concrete maatregelen noemen, maar maakte wel duidelijk dat zijn coureurs niet meer de volledige vrijheid krijgen.

“We willen de jongens graag vrijuit laten racen, maar aan die filosofie is zondag een einde gekomen”, stelt Wolff. “We willen niet door dit soort stomme aanvaringen aan het einde van het seizoen in Abu Dhabi met lege handen staan.”

Wolff was woedend na de race, waarin Rosberg al in de tweede ronde bij een inhaalactie zijn teamgenoot Hamilton raakte. De Brit liep een lekke achterband op, Rosberg beschadigde zijn voorvleugel. De Duitser wist na een inhaalrace nog als tweede te finishen en mag zich daardoor nog altijd de riante leider in het WK noemen, maar Hamilton reed de grand prix niet uit en verloor kostbare punten.

“Regel nummer één binnen het team is: raak elkaar niet. Een dergelijke botsing tussen teamgenoten zo vroeg in de race is onaanvaardbaar. Dat mag niet meer gebeuren”, zei Wolff.

Hamilton beweerde na afloop dat Rosberg hem expres had geraakt. „We hebben het er even over gehad kort na de race en feitelijk zei Nico dat hij het met opzet deed. Hij had de botsing kunnen vermijden, zei hij.”

Rosberg bestreed die lezing. “Ik zag geen risico om op die plek in te halen. Er was een kans voor mij omdat ik op dat moment sneller was. Binnendoor was onmogelijk, dus koos ik ervoor om buitenom te gaan. In mijn ogen was dit geen opzet, maar puur een raceongeluk. Ik ben ook niet bestraft door de wedstrijdleiding.”