Een voetballer die tijdens een wedstrijd zijn shirt omhoogtrekt en een foto of tekst laat zien op zijn ondershirt, krijgt voortaan straf. Welke precies is nog niet duidelijk. Op 1 maart neemt de spelregelcommissie van de FIFA in Zürich hierover een beslissing.
Er bestond al regelgeving hierover, maar die betrof slechts de verplichte basiskleding zoals clubshirts en broeken. Voor het onthullen van een afbeelding van Jezus, Allah of Buddha op een extra zweetshirtje kende de wereldvoetbalbond nog geen sancties. Het stoorde de FIFA kennelijk dat spelers over de hele wereld via hun ondershirts hun kinderen feliciteerden, hun overleden moeder openlijk herdachten of hun genegenheid voor Nelson Mandela openbaarden. De FIFA heeft het voornemen om logo’s van de makers van het textiel ongemoeid te laten. Met andere woorden: Nike en Adidas mogen wel, Jezus en Allah niet.
Onbekend is of de bestuurders in de toekomst ook nog de op spelerslichamen aangebrachte tatoeages onder de loep gaan nemen. Want ook daarmee uiten voetballers zich soms met religieuze, persoonlijke en politieke teksten en beeltenissen.
In dezelfde bijeenkomst wil de FIFA naast doelmannen als Peter Cech ook veldspelers toestaan hoofdbeschermers te dragen. In het voorstel staat dat die precies dezelfde kleuren moeten hebben als de wedstrijdshirts en ook los van het tricot gedragen moeten worden.
De spelregelcommissie van de FIFA, het International Football Association Board, bestaat al sinds de oprichting in 1882 uit vertegenwoordigers van de bonden van Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland. Nadat die bonden zich bij de FIFA hadden aangesloten, kreeg de rest van de wereld in 1913 vier (roulerende) zetels. Het is deze commissie die zo lang deed over de implementatie van technische hulpmiddelen. Voor het verbieden van shirtjes met een met viltstift gekalkte felicitatie was minder tijd nodig.