De Hoge Raad in Nederland heeft vandaag besloten dat er opnieuw geoordeeld moet worden over de 19.5 miljoen euro van Suriname, die in Nederland in beslag is genomen. Eerder heeft het gerechtshof Amsterdam beslist dat de Surinaamse handelsbanken en wisselkantoren, aan wie het geld toebehoort, de 19.5 miljoen euro terug moeten krijgen. De Hoge Raad vindt dat die beslissing onvoldoende gemotiveerd was en vernietigt daarom de beslissing van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.
Het geld werd in 2018 in beslag genomen door de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) op vermoedens van witwaspraktijken. Dat geld ging via Schiphol naar HongKong. Aroon Gonesh, advocaat van de Centrale Bank van Suriname, noemt de uitspraak van De Hoge Raad vandaag, teleurstellend. Echter ‘wij zijn standvastig en duidelijk en gaan door. Het zal in the end uitkomen dat het beslag geheel ten onrechte is gelegd en onrechtmatig is’, zegt de advocaat vastberaden.
Beslissing Hoge Raad
Gonesh legt uit dat de Hoge Raad cassatierechter is. Dat wil zeggen: een hoogste rechter die niet alle aspecten van een zaak kan beoordelen, maar alleen kan nagaan of de lagere rechter, een rechtbank of een gerechtshof, het recht juist heeft toegepast en of deze de regels voor de procedure goed heeft gevolgd. In dit geval heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de uitspraak van het hof Amsterdam d.d. 10 januari 2023 niet goed is gemotiveerd. Indien de Hoge Raad van oordeel is dat een uitspraak niet goed is gemotiveerd, met andere woorden, als er sprake is van een motiveringsgebrek, dan kan dat reden zijn voor de Hoge Raad om de lagere uitspraak te vernietigen. Dat is hier gebeurd.
De Hoge Raad stelt geen feiten vast, maar gaat uit van de feiten en omstandigheden die zijn vastgesteld door de lagere rechter (rechtbank of gerechtshof). In de cassatieprocedure onderzoekt de Hoge Raad of de lagere rechter het recht op juiste wijze heeft uitgelegd en toegepast. Ook beoordeelt de Hoge Raad of de lagere rechter geen procedurele fouten heeft gemaakt en of de uitspraak begrijpelijk is gemotiveerd.