In maart 2015 werd de mogelijkheid om minder ernstige strafbare feiten van jeugdigen af te doen middels een alternatieve afdoening, waarbij de jeugdige zoveel mogelijk bespaard blijft van een strafblad en/of een vrijheidsbenemende sanctie, geïntroduceerd in het Surinaams Wetboek van Strafrecht.
De alternatieve afdoening volgens het Wetboek van Strafrecht kan op 3 momenten worden toegepast:
– de politietransactie oftewel hulpofficiersmodel geregeld in artikel 105 c Wetboek van Strafrecht;
– de transactie oftewel officiersmodel geregeld in de artikelen 100 en 105 d Wetboek van Strafrecht;
– de taakstraf geregeld in de artikelen 105 k-105 o Wetboek van Strafrecht.
De politietransactie oftewel hulpofficiersmodel is op 16 juli 2021 met de afkondiging van de Pg-richtlijnen geëffectueerd. Voor de twee overige modellen (transactie en taakstraffen) is wetgeving vereist voor de uitvoering.
Naar aanleiding van het voorgaande is op 13 juni een overeenkomst voor het ontwikkelen van concept wetgeving voor de effectuering van de transactie en taakstraffen voor jeugdige delinquenten door de wnd. Procureur Generaal, mw. mr. Garcia Paragsingh en mw. mr. Ellen Jordan (projectleider van een consultancy team), mede namens mw. Rinette Djokarto; mw. mr. Muriel Poepon en mw. drs. Sabine de Vries, ondertekend
Voormeld consultancy team zal een wetgevingsproduct ontwikkelen bevattende de algemene aanwijzingen en regels omtrent:
– de wijze van afdoening van strafbare feiten m.b.t. jeugdigen conform de transactie;
– het rekwireren/eisen van een taakstraf ter terechtzitting voor minderjarigen die een delict hebben gepleegd;
– het opleggen van een taakstraf bij vonnis.
Het project effectuering alternatieve afdoening jeugd wordt door het Openbaar Ministerie uitgevoerd en door ‘United Nations International Children’s Emergency Fund’ (UNICEF) gefinancierd.