In aanloop naar de Jaarrede die op 1 oktober 2024 door de president van Suriname in De Nationale Assemblée zal worden uitgesproken, presenteren de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) een 10-puntenagenda met concrete aanbevelingen. Deze lijst richt zich op het bevorderen van duurzame economische groei, transparantie en hervormingen. Het bedrijfsleven benadrukt het belang van verantwoord gebruik van de inkomsten uit de minerale sector en carbon credits, duurzame investeringen, en een efficiëntere publieke sector.
- Goed Bestuur
Het herstellen van vertrouwen in overheidsbeleid begint met transparantie en verantwoordingsplicht. Het bedrijfsleven dringt erop aan dat de regering regelmatig en volledig rapporteert aan De Nationale Assemblee en het publiek over de voortgang van beleidsinitiatieven en financiële middelen. Daarnaast is het van essentieel belang dat er sprake is van eerlijke, inclusieve besluitvorming, waarin burgers en belanghebbenden worden betrokken bij beleidsontwikkelingen. Goed bestuur draagt niet alleen bij aan een transparante overheid, maar stimuleert ook het vertrouwen en stabiliteit binnen de samenleving. Door wetten consistent te handhaven en corruptie actief tegen te gaan, kan de overheid de juiste omgeving creëren voor duurzame economische groei en internationale investeringen, wat bijdraagt aan het algemeen welzijn en de sociaal-economische ontwikkeling van Suriname. - Versterking van preventieve gezondheidszorg (SDG 3)
Investeren in preventieve gezondheidszorg is essentieel voor de ontwikkeling van Suriname. Het bedrijfsleven pleit voor meer middelen voor de Regionale Gezondheidsdienst (RGD), de Medische Zending (MZ), en de herstructurering van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG). Een uitgebreide dekking van gezondheidszorg, ook voor het binnenland, is een vereiste om de gezondheidsdoelen te bereiken en economische groei te bevorderen. - Investeren in beroepsonderwijs (SDG 4)
Het bedrijfsleven pleit voor extra aandacht voor het Lager Beroepsonderwijs, vooral met betrekking tot ICT, milieu en toerisme. Agrarisch onderwijs bijvoorbeeld moet beter worden afgestemd op de noden van agrarische bedrijven, met een sterke nadruk op innovatieve productiesystemen die gericht zijn op een circulaire economie. Een sterke focus op technisch en praktisch onderwijs is cruciaal om de toekomstige arbeidsmarkt voor te bereiden op een groeiende en diversifiërende economie. Door jongeren op te leiden in technische beroepen, kunnen zij inspelen op de toenemende vraag naar geschoolde werknemers in sectoren zoals energie, logistiek en productie. Dit draagt niet alleen bij aan werkgelegenheid, maar ook aan de algehele ontwikkeling van Suriname. - Hervorming van de publieke sector (SDG 8)
De publieke sector moet hervormd worden met een sterke inbreng van de private sector. Het bedrijfsleven ziet kansen in het omzetten van publieke bedrijven naar Public-Private Partnerships (PPP’s). Door efficiëntie en innovatie te stimuleren, kunnen deze bedrijven bijdragen aan duurzame economische groei en beter bestuur. - Corruptiebestrijding en naleving van wet- en regelgeving (SDG 16)
Naleving van wet- en regelgeving is van cruciaal belang voor een eerlijk ondernemersklimaat. Het bedrijfsleven roept op tot strikte controlemechanismen in vergunningen- en aanbestedingsprocedures. Dit is een directe maatregel tegen corruptie en oneerlijke concurrentie, wat uiteindelijk een gelijk speelveld voor alle bedrijven creëert. Wij kijken met alle belangstelling uit naar hoe de regering in de voor haar resterende periode hier aandacht aan zal besteden. - Grondenrechten in Suriname (SDG 10 & 16)
Een van de meest complexe vraagstukken in Suriname is het recht op land voor inheemse en tribale volken. De erkenning van grondenrechten heeft directe implicaties voor de sociale rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling in het land. Dit mag gezien worden als onderdeel van bredere inspanningen om internationale mensenrechtennormen na te leven, zoals benadrukt in verschillende VN-resoluties en SDG’s. Het proces verloopt echter langzaam, deels vanwege de noodzaak voor brede publieke steun en grondige juridische evaluaties. Het is een gevoelig onderwerp dat diep geworteld is in de historische en culturele context van Suriname, maar een uitdaging die niet uit de weg gegaan moet worden. - Duurzaam beheer van inkomsten uit carbon credits (SDG 13 & 17)
De inkomsten uit carbon credits moeten transparant worden beheerd en geïnvesteerd in duurzame projecten. Mede in verband met het in agendapunt 6 gestelde, een procentueel groter deel van de opbrengsten van de Carbon Credits te reserveren voor de sociale-, maatschappelijke- en economische ontwikkeling van tribale en in stamverband levende gemeenschappen. Dit zal niet alleen bijdragen aan economische groei, maar ook de klimaatdoelen dichterbij brengen. - Verantwoord gebruik van olie- en gasinkomsten (SDG 7, 9 & 12)
De olie- en gassector is van groot belang voor de economie van Suriname, maar het is essentieel dat de inkomsten daaruit strategisch worden ingezet. De president legde in zijn 2023 rede te veel nadruk op olie- en gaswinning als motor voor economische groei, terwijl investeringen in hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie achterblijven. Dit kan op de lange termijn schadelijk zijn voor de duurzaamheid van de economie. Het bedrijfsleven benadrukt dat middelen uit non-renewables geïnvesteerd moeten worden in het weerbaar maken van de economie door diversificatie, zodat Suriname minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Hierin zal de Sovereign Wealth Fund, inclusief een Coinvestment Fund, een instrumentele rol moeten vervullen. Dit fonds kan dienen als een buffer voor toekomstige generaties door de olie- en gasinkomsten te herinvesteren in duurzame projecten en infrastructuur. Dit sluit aan bij Sustainable Development Goals (SDG 8: Waardig werk en economische groei) en SDG 10 (Ongelijkheid verminderen), doordat het fonds kan bijdragen aan een inclusieve economische groei die de voordelen van natuurlijke rijkdom eerlijk verdeelt binnen de samenleving, en een solide basis legt voor langdurige welvaart. - Suriname als logistieke hub voor de regio (SDG 9 & 17)
Door zijn strategische ligging heeft Suriname nog steeds het potentieel om een logistieke hub te worden voor de Caribische regio en delen van Zuid-Amerika. Dit kan bijdragen aan de diversificatie van de economie, door het stimuleren van productie, import en export, en het creëren van nieuwe banen binnen de logistieke en industriële sector. Er is een dringende noodzaak om de infrastructuur van het land te verbeteren, met name op het gebied van transport en energievoorziening. Het bedrijfsleven dringt tevens aan op investeringen die de productieve capaciteit van Suriname kunnen versterken en de mogelijkheden voor export verbeteren. Dit zal de industriële ontwikkeling stimuleren en het land op de kaart zetten als regionale logistieke speler. - Fiscale prikkels voor groene investeringen en Local Content Beleid (SDG 8, 9 & 13)
Groene investeringen vormen de toekomst van duurzame ontwikkeling en lokale economische groei. Het bedrijfsleven bepleit fiscale prikkels die bedrijven stimuleren om te investeren in hernieuwbare energie en groene technologieën, wat niet alleen innovatie bevordert, maar ook nieuwe banen creëert, vooral in sectoren als energievoorziening en productie. Tegelijkertijd is een goed uitgewerkt Local Content Beleid van essentieel belang. Dit beleid stimuleert de ontwikkeling van lokale capaciteit en versterkt de kennis en vaardigheden van de Surinaamse bevolking. Wetten zoals de Investeringswet (thans in voorbereiding) en de Wet Economische Zones kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Middels deze wetten kan de deelname van Surinaamse bedrijven aan de waardeketen worden vergroot, waardoor zowel lokale bedrijven als arbeidskrachten profiteren van binnen- en buitenlandse investeringen.
Het bedrijfsleven blijft beschikbaar voor dialoog en samenwerking met alle stakeholders om een duurzaam en welvarend toekomstperspectief voor Suriname te waarborgen.