De Hoge Raad in Nederland heeft deze week besloten dat er opnieuw geoordeeld moet worden over de 19.5 miljoen euro van Suriname, die in Nederland in beslag is genomen.
Eerder heeft het gerechtshof Amsterdam beslist dat de Surinaamse handelsbanken en wisselkantoren, aan wie het geld toebehoort, de 19.5 miljoen euro terug moeten krijgen omdat het belang van strafvordering de voortzetting van het beslag niet langer vordert.
De Hoge Raad vindt dat die beslissing onvoldoende gemotiveerd was en vernietigt daarom de beslissing van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld. Advocaat Aroon Gonesh noemt de uitspraak van de Hoge Raad teleurstellend. Suriname zal niet meewerken aan het rechtshulp verzoek van Nederland om informatie op te sturen over de herkomst van het geld, zegt Gonesh.
Het beslag van de gelden is volgens hem geheel onterrecht, omdat het niet om witwasgelden gaat. De Centrale Bank doet toezicht op de geldtransacties en er zijn daarbij geen misstanden geconstanteerd. Hij verwacht dat het hof in Den Haag over ongeveer 4-6 maanden een uitspraak zal doen.