INGEZONDEN
Suriname, met zijn rijke multiculturele samenleving, heeft historisch gezien bekendgestaan om de harmonieuze co-existentie van diverse etnische groepen. Echter, recente uitspraken van onder andere de voormalige kortstondige minister van Justitie en Politie 2017 –Eugene van der San-“ ‘Moro blakaman de in a kondre moro koelie jere!’ If den stroto Bouterse dan nà oorlog” – “De term ‘Channes’, die doelt op personen die hun functies niet op basis van hun eed vervullen, maar eerder de opdrachten van Chan Santokhi, de president van de republiek, volgen (aldus Jennifer van Dijk-Silos), en de opmerking van Marcel Oostburg waarin hij stelt dat de President van het Hof van Justitie, de Procureur-Generaal, het Openbaar Ministerie en de rechters tot één ‘groep’ behoren, lijkt te verwijzen naar een vermeende etnische identificatie van deze groep”roepen vragen op over de fragiliteit van deze eenheid, vooral na de veroordeling van Desi Bouterse.
“Ik voorzitter van de stichting 8 december 1982 veroordeel ten zeerste deze walgelijke uitspraken gedaan op onder andere LIM FM die suggereren dat bepaalde bevolkingsgroepen minder waard zouden zijn dan andere. Dergelijke suggestieve bedreigingen zijn onacceptabel en gaan in tegen de kernwaarden van respect en gelijkheid die we als samenleving dienen te koesteren.”
Het is van essentieel belang dat we deze kwestie serieus nemen en met vastberadenheid werken aan het behoud van de vreedzame cohesie waar Suriname om bekend staat.
Oemrawsingh : “Er wordt momenteel een schadelijke vorm van haat gemobiliseerd jegens een bevolkingsgroep, wat niet alleen nadelig is voor de interne samenhorigheid en cohesie in het land, maar ook absoluut schadelijk is voor de economische ontwikkeling. Dit komt bovenop het desastreuze beleid waarbij de eerder genoemde individuen direct hebben bijgedragen”.
De voormalige minister, die kortstondelijk heeft gediend vanwege onder andere zijn oncontroleerbaar maatschappelijk en bestuurlijk gedrag, heeft nu opnieuw van zich laten horen met suggestieve uitspraken. Zijn verleden als een “loose cannon” binnen het bestuur, gekenmerkt door ondoordachte besluiten en bestuurlijk wangedrag, werpt een schaduw over zijn geloofwaardigheid en brengt ernstige twijfels met zich mee over zijn vermogen om verantwoordelijke uitspraken te doen.
Etnisch geweld is een gevaarlijk pad dat de fundamenten van onze samenleving kan ondermijnen. Het is van vitaal belang dat we deze suggestieve uitspraken krachtig afwijzen en benadrukken dat geweld gebaseerd op etniciteit in Suriname onaanvaardbaar is. Onze kracht ligt in onze eenheid, niet in verdeeldheid.
De verantwoordelijkheid om dergelijke uitspraken te veroordelen en de vreedzame cohesie te bevorderen, ligt niet alleen bij individuen, maar ook bij maatschappelijke organisaties. We roepen organisaties zoals onder andere en in het bijzonder de IRIS op om deze kwestie met de grootst mogelijke sereniteit en ernst te behandelen. Het is een moment waarop leiderschap en een gezamenlijke inspanning nodig zijn om eenheid te handhaven.
Laten we leren van de geschiedenis van landen die zijn geconfronteerd met de verwoestende gevolgen van etnische conflicten. We kunnen putten uit deze ervaringen om te begrijpen dat verdeeldheid een prijs heeft die we niet kunnen betalen. Samenwerking en begrip zijn de sleutels tot een vreedzame toekomst.
Naast het morele aspect is het belangrijk te benadrukken dat dergelijke uitspraken niet alleen verwerpelijk zijn, maar ook in strijd met de wet. Het aanzetten tot etnisch geweld is strafbaar en moet consequenties hebben volgens de geldende wetgeving.
In deze cruciale tijd is het essentieel dat we als samenleving verenigd staan tegen elke vorm van etnische verdeeldheid. Suriname’s kracht ligt in diversiteit, gelijkheid en respect voor elkaar. Laten we deze waarden koesteren en vastberaden werken aan het behoud van onze harmonieuze samenleving. Samen kunnen we een krachtig signaal uitzenden dat verdeeldheid geen plaats heeft in het hart van Suriname, en dat we gezamenlijk streven naar een toekomst van eenheid en welvaart voor alle burgers. De recente uitspraken van de voormalige minister van der San , Eugene en zijn medestanders, met hun twijfelachtige verleden binnen het bestuur, dienen te worden beschouwd als een waarschuwing tegen het verspreiden van ongefundeerde verdeeldheid in onze samenleving.
Sunil Oemrawsingh voorzitter Stg 8 december 1982