President Chan Santokhi is optimistisch over de resterende jaren van zijn regeertermijn. Hij stelt dat de offers van de afgelopen drie jaren vruchten hebben afgeworpen.
“Er zijn zware offers gebracht door een ieder. Er is nu meer ademruimte, er zijn meer financieringsmogelijkheden. De regering zal nu alle aandacht schenken aan de burger; microniveau. Er komt nog meer verlichting, dat merkbaar is in de portemonnee van Surinamers. Er komen nog meer investeringen in woningbouw, projecten landelijk, vooral inpubliek-private partnerschappen. We gaan doelpunten scoren. De regering heeft reeds gezorgd voor het opvoeren vansociale uitkeringen en koopkrachtversterking. We gaan vooral ook armoede bestrijden en alle aandacht schenken aan deveiligheid, gezondheidszorg, woningbouw voor Surinamers’” zo klinken de beloften die het staatshoofd maakt na drie jaar regeren.
Hij stelt dat door keihard te werken en het uitvoeren van het regeerakkoord, het Herstelplan en het IMF-programma, goede beleidsresultaten neergezet zijn. Dit alles werd gerealiseerd in goed overleg met sociaal maatschappelijke organisaties, vakbonden, het bedrijfsleven en functionele organisaties. Santokhi geeft aan dat de regering de tweede helft de regeertermijn start met een andere aanpak; een strakkere, doelgerichte aanpak, met de nodige ervaring over de uitdagingen van de afgelopen jaren.
We hebben gezegd; we gaan Suriname redden, wo set en! Dat gaan we niet doen op een populistische wijze die niet duurzaam is, zoals voorheen. We doen het op een structurele, planmatige manier, waarbij het beleid uitgesmeerd is in verschillende fasen. De resultaten zijn niet uitgebleven. Suriname heeft de internationale gangbare macro-economische parameters gehaald en het IMF heeft een groei van 2,3% van de economie voorspeld. Dit alles is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Een mooie toekomst ligt in het verschiet, maar dan moeten we harder gaan werken, zodat wij gezamenlijk een mooie, sterkere Suriname hebben, om erin te wonen, werken envooral een goed leven te leiden. Het zal goed komen met Suriname!”, besluit de president.