De snel verslechterde naam van Suriname op de internationale kapitaalmarkt, heeft na de recente downgrade van Fitch en S&P, opnieuw een behoorlijke deuk gekregen.
Gisteren heeft de Surinaamse regering in een verklaring bevestigd dat zij in gebreke is om te voldoen aan de voorwaarden van de lening, die via Oppenheimer op de internationale kapitaalmarkt is genomen om de overname van de Afobakkadam te financieren.
Dit heeft de regering in een bekendmaking meegedeeld:
De Republiek Suriname deelt aan houders van notes van haar lening van USD 125 miljoen, tegen 9.875% rente, mee dat zij in gebreke is om, zoals afgesproken, uiterlijk 19 maart 2020 aan de houders een overzicht te sturen van haar terugbetaalcapaciteit.
Volgens de voorwaarden van de leningsovereenkomst had dit binnen 90 dagen na ondertekening moeten gebeuren. Dit betekent dat het oorspronkelijk afgesproken rentepercentage van 9.875%, conform de voorwaarden nu geacht wordt met 3 procentpunten te zijn verhoogd en thans dus 12.875% te zijn.
De verhoogde rente gaat in op 19 maart en zal gelden tot dat Suriname heeft voldaan aan de voorwaarde om bedoeld overzicht van de terugbetalingscapaciteit te verstrekken.
Volgens Winston Ramautarsing, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriame (VES,) is de downgrading van S&P niet zomaar gekomen. Ramautarsing zegt dat iedereen het door heeft dat deze overheid haar schulden niet kan betalen.
We zullen nu bijna US$ 4 miljoen aan extra rente bij moeten betalen.
{mp3}ramautarsing_06072020{/mp3}