Real Madrid heeft zaterdagavond in het Marokkaanse Marrakech de wereldtitel voor clubs voor zich opgeëist door het Argentijnse San Lorenzo met 2-0 te verslaan. Zo kon De Koninklijke de bijbehorende trofee voor het eerst bijzetten in de toch al rijk gevulde Madrileense prijzenkast.

Sergio Ramos opende na 37 minuten de score voor de ploeg van trainer Carlo Ancelotti. Hij knikte raak uit een hoekschop van Toni Kroos. In de halve finale tegen Cruz Azul (4-0) had de kopsterke verdediger ook al gescoord.

Gareth Bale zorgde vijf minuten na rust voor de beslissing, al had de Welshman daar wat hulp van de Argentijnse goalie bij nodig. De slappe inzet van Bale smoorde onder het lichaam van Sebastián Torrico, maar verdween toch in het doel. Ook voor Bale was het al de tweede treffer op het WK voor clubs. Daar bleef het bij.

Voor Real betekende de winstpartij bovendien al de 22ste zege op rij in officieel verband. Door die imposante reeks komt het  naoorlogse record, dat in handen is van Ajax, steeds dichterbij. In het seizoen 1971/72 stapten de Amsterdammers namelijk 26 competitieve duels op rij als winnaar van het veld.

De geweldige serie van Real, dat in het kalenderjaar 2014 51 van de 63 wedstrijden (!) won, blijft zeker tot 4 januari staan. Dan hervat de Spaanse koploper het seizoen tegen Valencia. Drie dagen later wacht bovendien het eerste van twee bekerduels met stadgenoot en rivaal Atlético Madrid. De WK-titel is zodoende het slotakkoord en dé kroon op het succesjaar 2014 van Real, dat afgelopen mei de tiende Europa Cup I/Champions League-beker binnenhaalde.

Met de zege volgt Real Bayern München op. In 1960, 1998 en 2002 was de strijd om de wereldtitel één duel en won Real, maar in toernooi-opzet had Real de wereldtitel nog niet eerder gewonnen.