Op vrijdag 29 november 2024 is de Ambassadeur van de Co-operatieve Republiek van Guyana, Virjanand Depoo, ontboden door de Minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, Albert Ramdin. De aanleiding hiertoe is de uitspraak van de President van Guyana, Irfaan Ali, dat Guyana, onder andere, in het boven Corantijngebied, de airstrip in het Tigri gebied bij het zogenaamde “Camp Jaguar” zal verharden en dat de werkzaamheden vóór het eind van het jaar moeten aanvangen. Tevens is ook ingegaan op het eerder verschenen bericht van de Guyanese regering waarbij zij van plan zijn op Kasjoe eiland, in de Boven-Corantijn, een nieuwe school te bouwen.
Tijdens de korte ontmoeting heeft Minister Ramdin de Ambassadeur van Guyana in duidelijke bewoordingen de bezorgdheid uitgesproken over de gedane publieke mededelingen, om zonder toestemming, van de regering van Suriname daden te verrichten op Surinaams territoir. Tevens is aan de Ambassadeur medegedeeld dat de aanwezigheid van Guyanezen in het Tigri gebied niet in overeenstemming is met de gemaakte afspraken tussen de twee landen in Chaguaramas, Trinidad and Tobago in 1970.
Ramdin benadrukte dat de publieke mededelingen de geïntensifieerde, vriendschappelijke en constructieve samenwerking tussen de beide landen onnodig kunnen verstoren, terwijl beide regeringsleiders een op de toekomstgerichte samenwerking propageren.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking heeft inmiddels een protestnota aan Ambassadeur Virjanand Depoo van de Co-operatieve Republiek van Guyana doen toekomen met het verzoek deze door te geleiden naar de regering in Guyana