De banken zijn tevreden met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam dat de gelden van de aangehouden geldzending van EUR 19,5 miljoen vrijgegeven moeten worden. De uitspraak komt overeen met het standpunt van de banken. De banken kijken hiermee uit naar vrijgave van de middelen en spoedige afsluiting van het rechtsproces. De afgelopen periode hebben de banken en de regering in
periodiek overleg intensief samengewerkt om het nationaal belang veilig te stellen. De uitspraak is van groot belang voor Suriname omdat het bijdraagt aan de stabilisatie van het financiële systeem en het herstel van de reputatie van het land. Met de afronding van het rechtsproces kunnen de banken zich volledig richten op het versterken van het financiële systeem. Een stabiel financieel systeem zorgt voor optimaal betalingsverkeer, welke in het belang is van het publiek.
Het gerechtshof Amsterdam heeft zitting gehouden op 2 december 2022, en op 10 januari 2023 is besloten dat het beslag moet worden opgeheven en dat de middelen teruggestort moeten worden.
Er zijn geen gronden om het beslag te handhaven. De overweging is dat in het belang van strafvordering, het voortduren van het beslag niet is vereist, omdat het volgens het hof zeer onwaarschijnlijk is dat er in een later stadium een strafzaak aanhangig gemaakt zal worden. De banken worden juridisch bijgestaan door de advocaten Robbert de Bree en Frans Sijbers van Wladimiroff Advocaten, en Aldo Verbruggen van Lumen Lawyers.