Het onderzoek naar vermeende corruptie bij schoolvervoer op het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, zal normaal voortgang vinden. Minister Henry Ori zegt dat het niet kan dat de De Centrale Landsaccountantsdienst (CLAD) onvoldoende capaciteiten bezit om het onderzoek uit te voeren. Daarom zal extern een onderzoek uitgevoerd worden.
Ori meent dat er geen sprake is van (politieke) rancune. Hij moet alle vermeende corruptie, uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid, laten onderzoeken. Vooralsnog worden er geen ingrijpende maatregelen getroffen; er dient eerst een dossier te zijn.
Eerder heeft de onderdirecteur Technische Diensten op dit ministerie, Dorothy Hoever onder wie de afdeling vervoer valt, gesteld dat de minister maar naar het Openbaar Ministerie moet als hij van oordeel is dat er corruptieve handelingen zich hebben voorgedaan.