Een deel van het Caribisch gebied heeft in juli van dit jaar aanzienlijke schade geleden door orkaan Beryl. Deze natuurramp heeft vooral grote overlast veroorzaakt op de eilanden Grenada en Sint Vincent en de Grenadines. In reactie op de noodoproep van deze eilanden heeft het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) ondersteuning geboden. Kolonel Jerry Slijngard, coördinator van het NCCR, heeft tijdens een gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS) op dinsdag 13 augustus bevestigd dat de regering heeft beloofd enkele hulpgoederen te sturen als reactie op de noodsituatie.
Suriname zal twee containers van 40 voet met goederen doneren. Het totaalvolume bedraagt 13 ton per land, welke zullen worden verscheept naar de eilanden. “We gaan rijst, blom, pasta en trampolines versturen op hun verzoek”, meldt kolonel Slijngard. Dankzij de genereuze bijdragen van donateurs, die spontaan hebben ingestemd om hun steun te verlenen, is dit project mogelijk gemaakt. Volgens Slijngard zijn alle goederen inmiddels opgeslagen in het magazijn van NCCR. Nadat het benodigde papierwerk voor de verscheping is afgerond, zijn de goederen deze week in de containers geplaatst, met de intentie om ze via Tropical Shipping te verzenden. Slijngard hoopt dat de zending volgende week zal aankomen.
Alle landen die aangesloten zijn bij de Caribbean Disaster Emergency Management Agency (CDEMA) hebben onmiddellijk gehoor gegeven aan de oproep van de landen en toegezegd goederen te doneren. Zo hebben Guyana en Trinidad & Tobago reeds hulp geleverd. Kolonel Slijngard benadrukt dat Suriname, hoewel het niet onmiddellijk hulp bood, dit doet op een moment dat passend is. Hij wijst erop dat het vaak problematisch is om direct na een ramp hulpgoederen te leveren, aangezien de situatie in de getroffen landen dan vaak chaotisch is en de havens nog niet operationeel zijn om de hulpgoederen te ontvangen. “Alles ligt op dat moment overhoop”, benadrukt hij. Daarnaast worden de goederen vaak op verzoek van de getroffen landen verstuurd, omdat er regels zijn over welke producten het land in mogen.
Suriname heeft niet alleen bijgedragen met goederen, maar heeft ook financiële ondersteuning geboden. De geboden hulp is verstrekt op verzoek van beide landen, die ondersteuning hebben gevraagd om hun economieën te heropbouwen. De Surinaamse regering heeft goedgekeurd om elk land een gift van USD 100.000 te verstrekken voor dit doel. Bovendien is het vermeldenswaard dat het land een aanvullende bijdrage van USD 25.000 heeft geleverd aan CDEMA ter ondersteuning van de operaties van de organisatie. “Deze financiële bijdragen onderstrepen de solidariteit van Suriname met de zusterlanden in de regio”, aldus Slijngard.