Op 29 november 1986 werd door het Nationaal Leger een bloedbad aangericht in het dorp Moiwana. Ten minste 39 onschuldige dorpelingen, onder wie voornamelijk vrouwen en kinderen werden gedood. Ook werden veel huizen in het dorp in brand gestoken. Ongeveer 5000 personen vluchtten toen naar Frans-Guyana.
Op 15 augustus 2005 werd Suriname door dat het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten veroordeeld inzake de massamoord.{mp3}ajintoena29nov{/mp3}
Op 15 juli 2006 bood president Ronald Venetiaan namens de staat zijn excuses aan voor het bloedbad. Tot op heden zijn de daders niet vervolgd. De nabestaanden willen dat de schuldigen vervolgd worden, zegt vanuit Frans Guyana, Andre Ajintoena, woordvoerder van de nabestaanden.
De regering Venetiaan, heeft een aanvang gemaakt met de uitvoering van het Moiwana vonnis en zorgde onder meer voor een financiële tegemoetkoming. Ook werd het dorp gedeeltelijk herbouwd en kwam er een herdenkingsteken, zegt oud justitie minister Chan Santokhi.{mp3}santokhi29nov{/mp3}
Betty Goede, voorzitter van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, is voorstaander van de rechtsgang. “Mensen zijn bang om zich uit te spreken of om zitting te nemen in een commissie die mensenrechtenschendingen moet onderzoeken.”{mp3}bettygoede29nov{/mp3}