Nu dat het 8-decemberstrafproces tot een eind gekomen is, staat het vast: de veroordeelden hebben geen status meer van verdachten. ‘We praten nu over moordenaars of criminelen’, stelt Rani Sohansingh, wiens broer werd vermoord door het militair regiem onder leiding van Desi Bouterse.
Er zijn geen juridische mogelijkheden meer voor de veroordeelden. Derhalve is het eindvonnis uitvoerbaar door het Openbaar Ministerie. Een veroordeling alleen is niet voldoende; Sohansingh vraagt zich af wat voor zin het vonnis heeft als de veroordeelden vrij blijven rondlopen. ‘Hij heeft nooit excuses aangeboden, nooit berouw getoond. Integendeel heeft hij (Bouterse….red) de nabestaanden en de rechterlijke macht geschoffeerd’. aldus Sohansingh.
Eerder heeft de vertegenwoordiger van de Internationale Commissie voor Juristen (ICJ), Reed Brody, gezegd dat Bouterse en de overige veroordeelden alle ruimte hebben gehad om de juridische mogelijkheden uit te putten. Het feit alleen dat de rechtszaak zó lang geduurd heeft, komt door Bouterse en de gepleegde interventies vanwege zijn politieke macht. Brody stelde ook dat er niet gediscrimineerd mag worden vanwege de posities die Bouterse bekleedde.
Sohansingh heeft dezelfde opvatting: ‘waarom zou het vonnis niet uitgevoerd worden? En waarom zou er voor hen een andere regel moeten gelden? Wij willen dat het recht geschied: veroordeling en bestraffing’.
De nabestaande zegt dat de veroordeelden weten wat zij op het geweten hebben. Dat baseert zij op het feit dat die niet verschenen zijn. In het geval waarbij de veroordeelden vluchten, nog voordat het OM uitvoering heeft gegeven aan het vonnis, zegt Sohansingh dat de regering gefaald heeft. Zij gaat ervan uit dat de regering erop toeziet dat er geen vluchtgevaar is.
