

Het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie heeft een kennismakingsbezoek ontvangen van de Consumentenkring Suriname, onder leiding van de heer Albert Aleyne. Tijdens dit bezoek heeft minister Andrew Baasaron van gedachten gewisseld met de Consumentenkring Suriname over verschillende modellen ter verbetering van de winkelcontroles. De ontmoeting heeft plaatsgevonden op vrijdag 19 december 2025 in de vergaderzaal van het ministerie.
De Consumentenkring Suriname heeft tijdens het overleg een voorstel gedaan aan de minister om overtollige ambtenaren in te zetten ter ondersteuning van de winkelcontroles. Daarnaast is aandacht gevraagd voor de problematiek rondom huurprijzen die in vreemde valuta worden vastgesteld.
De Consumentenkring heeft aangegeven dat, zonder overheidsingrijpen, er ernstige problemen voor consumenten kunnen ontstaan. Voorgesteld is om te werken aan richtprijzen voor de verhuur van woningen en appartementen.
Verder is gesproken over de controle van kassasystemen en de inning van de belasting over de toegevoegde waarde (BTW). Daarbij is aangegeven dat op niet alle kassabonnen duidelijk wordt vermeld welk bedrag aan BTW is betaald.
Met betrekking tot de winkelcontroles heeft minister Baasaron aangegeven dat het ministerie te kampen heeft gehad met een tekort aan voertuigen en brandstof. In dit kader heeft hij voorgesteld om elektrische voertuigen aan te schaffen voor het uitvoeren van de controles. Tevens is aangegeven dat de Economische Controledienst (ECD) samenwerkt met bestuursambtenaren in het binnenland die ondersteuning hebben geboden bij de winkelcontroles.
Daarnaast is er data verzameld met het oog op het samenstellen van een zogenoemde blacklist van winkeliers die zich herhaaldelijk schuldig hebben gemaakt aan overtreding van de wet.
De minister heeft verder aangegeven actief bezig te zijn met de aanpak van illegale alcoholische dranken en sigaretten, die leiden tot miljoenen aan belastingderving en een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Hij heeft benadrukt dat hierbij sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de overheid en de samenleving.
Beide partijen hebben aangegeven uit te kijken naar een voortzetting van het overleg, met als doel de bestaande samenwerking verder te versterken en gezamenlijk te blijven werken aan de bescherming van de consument.







