Er ligt inderdaad geen formeel verzoek van Suriname bij de Europese Unie voor enige vorm van visumafschaffing tussen ons land en de Schengen-landen. Dat bevestigt minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Samenwerking. Donderdag vertelde de Nederlandse ambassadeur, Walter Oostelbos, in ABC Actueel dat de bal bij de Surinaamse autoriteiten ligt om het verzoek in te dienen.

Sinds 2018 heeft Nederland aangegeven Suriname te willen steunen in het traject. Aangezien lidlanden van de EU een zogenoemd Schengen-akkoord hebben gesloten voor open grenzen, kan Nederland niet eigendunkelijk besluit de visumplicht af te schaffen. Echter, voor behandeling op het hoofdkwartier in Brussel, moet Suriname het verzoek indienen.

Recentelijk zei president Simons over het visum-vraagstuk, dat zij de leerkrachten en verplegend personeel niet kwijt wil raken. Bouva legt uit dat de vestiging in het buitenland gescheiden is van het visum-vraagstuk.

Het beleid is er in eerste instantie op gericht om de procudere voor visa en de onheuse behandeling van Surinamers, aan te pakken. Hierna moet de regering besluiten over het verzoek in Brussel.