Het team van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onder leiding van Anastasia Guscina heeft een bezoek gebracht aan president Chandrikapersad Santokhi om de achtste beoordeling van het IMF-programma te bespreken. Daarnaast stond de economische ontwikkeling na de ondertekening van de Final Investment Decision (FID) centraal, en hoe Suriname ervoor kan zorgen dat de verwachte olie-inkomsten in 2028 ten goede komen aan de Surinaamse bevolking. De meeting vond plaats op donderdag 7 november 2024 op het Kabinet van de President.
Hierbij waren onder andere aanwezig vicepresident, Ronnie Brunswijk, minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning en de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Maurice Roemer. Anastasia Guscina benadrukte dat het IMF-programma binnen ongeveer vier maanden wordt afgerond, waardoor de focus nu ligt op de toekomst van Suriname. “Het belangrijkste punt was de stabilisatie van de economie, die nu een groei vertoont. De inflatie kent een dalende trend, terwijl investeerders steeds meer interesse tonen in Suriname. Hoewel er nog uitdagingen zijn, is de algehele trend positief”, aldus Guscina. De delegatieleider onderstreepte ook dat er van de Surinaamse regering verwacht wordt dat zij het programma volgens schema afrondt.
Er zijn nog twee beoordelingen te gaan; de 8ste en de 9e review. Het IMF gelooft dat Suriname het programma succesvol zal afronden. Guscina verklaarde dat nadat het programma eindigt, de samenwerking met het IMF doorgaat en dat het Fonds technische assistentie en ondersteuning zal blijven bieden aan Suriname. President Santokhi sprak over de toekomst van Suriname op het gebied van olie en gas, waarbij de exploitatie van deze hulpbronnen volgens internationale standaarden zal plaatsvinden. Hij gaf aan dat de inkomsten gebruikt zullen worden voor de transitie naar groene energie en voor de volgende generatie, door het instellen van een Spaar- en Stabilisatiefonds. Daarnaast zullen de inkomsten ingezet worden voor de diversificatie van de economie en het versterken van overheidsinstellingen, met de focus op volksgezondheid, onderwijs en veiligheid.