Investeringsfondsen en andere ‘derde partijen’ die belangen hebben in voetballers en hun transfers zijn per 1 mei verboden. Wereldvoetbalbond FIFA wil dat alleen clubs een speler tot hun eigendom kunnen maken. Lopende contracten zijn geldig tot deze zijn verlopen en contracten die nu nog voor 1 mei worden gesloten mogen maximaal één jaar geldig zijn.

Sommige clubs maken gebruik van (schimmige) investeringsfondsen die geheel of gedeeltelijk eigenaar zijn van een speler om spelers aan te trekken die de club anders niet zou kunnen betalen.

Zo haalde FC Twente via het fonds Doyen Kyle Ebecilio en Bilal Ould-Chikh en de inmiddels vertrokken Dusan Tadic en Quincy Promes. Andere Nederlandse clubs maken nauwelijks gebruik van derde partijen, maar in bijvoorbeeld Portugal en Zuid-Amerikaanse landen als Brazilië zijn investeringsfondsen zeer gangbaar.

Rond de transfer van Neymar naar FC Barcelona is bijvoorbeeld nog steeds veel gedoe. Een investeringsfonds meent recht te hebben op een gedeelte van de transfersom.

Het Braziliaanse voetbal staat door de nieuwe regels voor een forse omwenteling. De twintig beste teams uit het Braziliaanse voetbal hebben samen 1,6 miljard euro schuld, maar betogen dat de investeerders de clubs juist draaiende houden met hun geld. Braziliaanse fondsen, die winst maken door spelers goed door te verkopen, willen proberen de ban te omzeilen. Dit kan mogelijk door het kopen van kleinere clubs die spelers vervolgens uit gaan lenen.