Op 7 maart 2024 is de strafzaak tegen de verdachte S.R. met betrekking tot het slachtoffer dat dood werd aangetroffen aan de Ceresstraat, behandeld door de kantonrechter. De zaak stond voor getuigenverhoor.
Er waren drie getuigen gedagvaard voor verhoor. Daarvan is één verschenen en gehoord.
Ten aanzien van de overige getuigen heeft de rechter besloten om af te zien van het opnieuw dagvaarden van deze getuigen omdat het uit de processtukken is gebleken dat deze getuigen reeds naar Nederland zijn vertrokken. De verklaringen van deze getuigen die zich in het dossier bevinden werden als voorgelezen beschouwd en zijn aan de verdachte voorgehouden. De verdachte kreeg de gelegenheid om op deze verklaringen te reageren.
Hierna is het verdachtenverhoor gehouden. Daarbij is de verdachte geconfronteerd met hetgeen in de tenlastelegging is opgenomen. De feiten die in de tenlastelegging staan zijn doodslag, zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend en mishandeling de dood ten gevolge hebbend.
Na het verdachtenverhoor heeft de advocaat het verzoek gedaan om de vrijheidsbenemening van de verdachte op te heffen onder door de kantonrechter te stellen voorwaarden. De officier van justitie vroeg de kantonrechter om het verzoek af te wijzen omdat de ernstige bezwaren nog recht overeind staan. De rechter heeft het verzoek afgewezen.
Op 4 april 2024 komen zowel de vervolging als de verdediging aan de beurt voor respectievelijk het requisitoir en het pleidooi. Daarbij zal de vervolging aangeven of zij de tenlastegelegde feiten bewezen acht en, indien dat het geval is, wat de bewijsmiddelen zijn, en zal de verdediging het verweer voeren.