De Almelose club, de eerste profclub die in 2003 kunstgras aanlegde, heeft binnen het cluboverleg met juridische stappen gedreigd, desnoods tot het sporttribunaal CAS aan toe. Directeur Rob Toussaint van Heracles bevestigt noch ontkent. ,,Ik wil onze standpunten best toelichten, maar dat doe ik pas als het hele proces is afgerond.’’
Het alternatieve voorstel dat de komende dagen vorm krijgt: clubs die in 2021 op natuurgras spelen, worden voortaan beloond met een jaarlijkse bonus uit de Europese inkomsten, die in gunstige gevallen op kan lopen tot grofweg een miljoen euro per seizoen. Een plan dat naar verwachting op de vereiste tweederde meerderheid kan rekenen als er komende week wordt gestemd, en dat ook juridisch niet op complicaties zal stuiten.
De bedoeling is om tien procent van de inkomsten uit Europees voetbal te verdelen over de natuurgrasclubs. In de huidige situatie zou dat betekenen dat grofweg negen miljoen euro (tien procent van mogelijk 90 miljoen euro aan Champions League-inkomsten van PSV en Ajax) verdeeld wordt over de tien overige natuurgrasclubs.
In minder succesvolle seizoenen kan dat minder zijn, maar over een langere periode zullen de inkomsten uit Europees voetbal stijgen, mede omdat de UEFA een derde toernooi gaat opzetten.
Bij veel andere clubs heerst ergernis over de houding van vooral Heracles, zo bevestigen ingewijden. Clubs zoals ADO Den Haag en PEC Zwolle waren en zijn wél bereid mee te denken en over te stappen op natuurgras. Na jarenlange onderhandelingen lag er onlangs eindelijk een concrete oplossing op tafel om het kunstgrasdossier op te lossen: de topclubs wilden de inkomsten uit Europees voetbal voortaan over alle clubs gaan verdelen, in ruil voor een competitie met uitsluitend natuurgras.
De kunstgrasdiscussie is onderdeel van de zogenoemde ‘veranderagenda’. Daarin wordt mogelijk ook de promotie-/degradatieregeling aangepast, met twee clubs die voortaan rechtstreeks degraderen en promoveren.
De eredivisie blijft wel bestaan uit achttien clubs, zo is inmiddels duidelijk: een competitie met zestien clubs en uitgebreide play-offs bleek al snel niet haalbaar. Verder blijven ook de vier beloftenteams van Ajax, PSV, FC Utrecht en AZ in de Keuken Kampioen Divisie spelen, een aantal dat niet zal worden uitgebreid. Tevens krijgen clubs een hogere opleidingsvergoeding voor (jeugd)spelers die binnen Nederland worden getransfereerd.
Doel van het totaalplan is om de eredivisie meer toekomstbestendig te maken met een opgefrist imago. De hoogste Nederlandse competitie verloor de laatste jaren aanzien, zeker ook kwalitatief, iets wat op termijn tot een daling aan televisie-inkomsten zou kunnen leiden, en tot teruglopend stadionbezoek. Vanuit dat perspectief gingen de Eredivisie CV en het externe Engelse bureau 21st Club aan de slag, in samenwerking met drie stuurgroepen vanuit de clubs. Daarin zitten Edwin van der Sar van Ajax (namens de topclubs), Hans Nijland van FC Groningen (subtop en middenmoot) en het duo Ferry de Haan en Justin Goetzee van Excelsior en NAC (rechterrijtje).
Binnen die laatste groep van negen clubs waren de meningen het meest verdeeld, met Heracles als hardnekkigste dwarsligger.