Het overlegorgaan Fiti Makandra, dat bestaat uit vertegenwoordigers van Inheemse en Afro-Surinaamse gemeenschappen, heeft haar opwachting gemaakt bij president Chandrikapersad Santokhi. Dit overleg vond plaats op vrijdag 23 augustus 2024 op het Kabinet van de President in aanwezigheid van minister Ines Pané van Sociale Zaken en Volkshuisvestiging, adviseur Stanley Dijksteel, en Silvano Tjong-Ahin, coördinator van het herstelproces rond het slavernijverleden.
Fiti Makandra is een overlegplatform dat alle traditionele stamhoofden uit het binnenland en hun vertegenwoordigers uit de stad en districten bijeenbrengt. Het doel is om gezamenlijk de uitdagingen aan te pakken waarmee Inheemse en Afro-Surinaamse gemeenschappen te maken hebben. Dit omvat onder andere kwesties van veiligheid in woongebieden, erkenning van grondenrechten, en de problematiek rondom de Mennonieten.
Tijdens de bijeenkomst met president Santokhi, benadrukte het platform de noodzaak voor betere erkenning van grondenrechten en een verbetering van de veiligheid in de gemeenschappen. De traditionele leiders deelden ook hun ervaringen en standpunten over de excuses van de Nederlandse staat voor het slavernijverleden, uitgesproken in 2022 en 2023.
President Santokhi waardeerde de inspanningen van Fiti Makandra en de respectvolle benadering van de besproken onderwerpen. “Het is een eer om zo’n groot gezelschap van dorpshoofden te ontvangen. We zullen niet alleen de problemen bespreken, maar ook de oplossingen zoeken,” zei hij tijdens de vergadering. Hij benadrukte dat de regering een collectieve verantwoordelijkheid heeft om de problemen in het land aan te pakken.
Granman Aboikoni van de Saramaccaners verduidelijkte dat de bundeling van krachten van Fiti Makandra niet gericht is tegen andere bevolkingsgroepen of de regering, maar bedoeld is om de belangen van de Inheemse en tribale volkeren te behartigen. Hij stelde dat er oplossingen moeten komen voor de problemen van de Inheemsen en Afro-Surinamers, zonder de schuld enkel bij historische oorzaken te leggen. “We kunnen niet meer blijven verwijzen naar de slavernij periode en naar de blanken als schuldigen van de achterstand die wij ervaren. Niet de blanken besturen het land”, aldus de Granman.
President Santokhi gaf aan dat Suriname zijn rijkdommen zowel onder als boven de grond moet beheren en dat beleid ontwikkeld moet worden om alle Surinamers te laten profiteren. Hij beloofde maatregelen om de achterstanden bij bepaalde groeperingen weg te werken en noemde de opstelling van een nota van wijziging over grondenrechten en een oplossing voor boedelproblemen in het nieuw Burgerlijk Wetboek. Verder zal een deel van de koolstofkredieten worden gebruikt voor duurzaam bosbeleid en ontwikkeling van de Inheemse en tribale volkeren.
Ten aanzien van de Mennonieten bevestigde de president dat hun projecten niet zullen worden toegestaan en verzocht hij de traditionele leiders om waakzaam te blijven. Hij stelde voor om aparte meetings te organiseren om veiligheid, gezondheidszorg, en onderwijs te bespreken. Ook wordt gewerkt aan een team dat het herstelproces rond het slavernijverleden zal begeleiden. Het overlegorgaan blijft regelmatig in gesprek met de regering om gezamenlijke oplossingen te vinden.