Pomphouders aangesloten bij de Surinaamse Service Station Exploitanten Bond (SSEB) zijn in actie. Zij hebben besloten de deuren te sluiten, nadat er vanuit het ministerie geen merkwaardige oplossing is gekomen in hun problemen. Volgens voorzitter Guno Castelen zijn de leden vooral gestuit op de opmerking van het ministerie, dat er bij de verhoging van de benzineprijzen naar SRD 15,- per liter, reeds rekening is gehouden met de nieuwe koers van SRD 21,-. Dit, terwijl de verdeling van marges bij de oliemaatschappijen gebasseerd is op de oude koers.

Hierover heeft het ministerie een schrijven gericht aan de oliemaatschappijen. De actie is vooral een signaal en er is geen sprake van een totale lockdown, meent Castelen. Het ministerie van Economische Zaken heeft kennis genomen van de actie van de pomphouders. Volgens minister Saskia Walden kan het ministerie alleen een brugfunctie vervullen in de geschillen tussen pomphouders en oliemaatschappijen. Daarom zal een bemiddelende rol worden ingenomen.{mp3}castelen9juli21{/mp3}

Daarnaast zijn de pomphouders niet te spreken over geleden verliezen na een korting van 50 cent per liter, die de staat gegeven heeft op benzineprijzen. Walden zegt dat de pompprijzen slechts 1 keer gedaald zijn met 50 cent en vervolgens meerdere malen gestegen zijn. Daardoor zouden er juist weer winsten zijn geboekt, vindt de minister.

Zij wil daarom inzage in de cijfers, maar zegt die niet te ontvangen. ‘Als er eventueel wel een verlies is geleden, wil de minister de mogelijkheden bekijken om dat op te vangen’, aldus Walden.{mp3}walden9juli21{/mp3}