Minister Parmanand Sewdien van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft samen met directeur Parveen Amritpersad en onderdirecteur Zojindra Arjune, een constructief gesprek gehad met het hoofd van de Illegal, Unreported and Unregulated Fisheries Policy Unit (MARE.B.4) van de DGMARE bij de Europese Commissie (EC), Cesari Roberto. Ook René van Nes, ambassadeur van de Europese Unie (EU) heeft de vergadering ook bijgewoond. Deze bijeenkomst vond plaats op donderdag 21 november 2024.
Dit gesprek vond plaats naar aanleiding van de aanklacht van Frankrijk, betreffende Illegale, Ongemelde en Ongereguleerde (IOO) visserij in Frans-Guyanese wateren door vissersvaartuigen afkomstig uit Surinaamse wateren. Suriname riskeert een “Gele kaart ”, indien van Surinaamse zijde niet op korte termijn harde maatregelen worden getroffen. Een “Gele Kaart” is een ernstige waarschuwing vanuit de EU en indien Suriname in gebreke blijft effectieve maatregelen te treffen, kan dit leiden tot een “Rode Kaart”, hetgeen inhoudt dat aan Suriname de toegang tot de EU-markt voor de export van vis en visserijproducten wordt ontzegd, met alle nadelige economische en sociale gevolgen voor de sector en ons land. Bij dit gesprek is duidelijk komen vast te staan dat de EC een “zero tolerance policy ” toepast tegen landen die niet meewerken in de strijd tegen IOO-visserij en dit ook zal worden toegepast tegen Suriname. Derhalve wordt van Suriname verwacht dat wij ook een “zero tolerance policy” toepassen.
Aan Suriname is gevraagd hoe op zeer korte termijn de volgende geconstateerde specifieke issues aangepakt zullen worden: het inzetten van alle materie die beschikbaar is bij de gewapende machten ter vergroting van de patrouille activiteiten, het opruimen van alle illegale aanlandingsplaatsen, het actualiseren van alle relevante visserij en visserij gerelateerde regelgeving, het vernietigen van “ghost vessels”, vaartuigen zonder naam en registratienummer, het versterken van de samenwerking met de gewapende machten en het Openbaar Ministerie, het versterken van het directoraat Visserij ter verbetering van Monitoring, Controle en Surveillance (MCS) etc. Tevens wensen zij verder geïnformeerd te worden over ons vergunningenbeleid, de controle op naleving van de vergunningsvoorwaarden, o.a. controle op het vesselmonitoringsysteem, het vistuig, het maximaal toegestane motorvermogen, het maximaal toegestane aantal zeedagen etc. Over al deze zaken moet er spoedig en regelmatig gerapporteerd worden. Er is gevraagd dat Suriname haar visserij- en visserij gerelateerde wetgeving, alsook het concept Visserijwet en andere relevante documenten, zoals rapportages van uitgevoerde patrouilles, een overzicht van de reeds getroffen maatregelen etc., deelt met hun. Zij zullen deze doornemen en adviezen uitbrengen over eventuele verbeteringen die aangebracht moeten worden voor een effectieve aanpak van IOO-visserij.
Ook wordt een vragenlijst opgestuurd naar Suriname, waarna op basis van onze antwoorden, een beoordeling zal volgen over hoe sterk of hoe zwak Suriname staat in de strijd tegen IOO-visserij. Zeer belangrijk bij de aanpak van de IOO- visserij, is volgens de EC, goede wetgeving en sterke instituten die tot daadwerkelijke handhaving kunnen overgaan. In elk geval verwachten zij nu optimale fysieke aanwezigheid van de controlerende autoriteiten op het water en verbetering en versterking van de interdepartementale samenwerking. Essentieel is nu de plan van aanpak van Suriname in de strijd tegen IOO-visserij gekoppeld aan een tijdschema, waarover regelmatig gerapporteerd dient te worden aan de EC. Verder is nadruk gelegd op het belang van goede en regelmatige rapportages, inclusief de getroffen sancties bij de uitgevoerde controles op het water door de Marine, de Kustwacht en de Politie, welke via het directoraat Visserij dienen te worden doorgestuurd naar de EC. Vermeldenswaard is dat de EC tevreden is met de frequente communicatie die nu plaatsvindt tussen het directoraat Visserij en haar counterpart in Frans-Guyana. Suriname zal er nu alles aan moeten doen om de “Gele kaart” en andere sancties te voorkomen.