De te verwachte economische ontwikkeling van Suriname vereist een op de behoeften van het bedrijfsleven afgestemd beroepsonderwijs. In dit kader heeft het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) gehoor gegeven aan de roep van het Surinaamse bedrijfsleven om de kwaliteit van het beroepsonderwijs te verbeteren. Het ministerie heeft vier grote projecten geïdentificeerd om hieraan
te werken. De aanstaande ontwikkelingen op dit onderwijsvlak werden op donderdag 14 november met verschillende actoren gedeeld tijdens de kick-off van het project Imago- & Kwaliteitsverbetering Beroepsonderwijs I.
Het gaat erom dat er een currucilumontwikkeling komt, zodat de beroepsopleiding gaat voldoen aan de wens van het bedrijfsleven. Verder zal er een zorgsysteem ontwikkeld worden; gewerkt worden aan de imagoverbetering van het beroepsonderwijs en tegelijkertijd een transitieproces ingezet worden. “Wij gaan spannende en uitdagende tijden tegemoet”, sprak Robby Holband, directeur Beroepsonderwijs. Hij werd hierin ondersteund door onderwijsminister Henry Ori. Volgens de bewindsman zullen er grote stappen gezet moeten worden om het beroepsonderwijs een serieuzere plek te geven in de ontwikkeling van Suriname.
Ministerie Ori merkt op dat er veel ambities zijn, maar dat die zich niet als zodanig vertalen in de verschillende aspecten die voor het beroepsonderwijs gelden. Hij benadrukt dat het beroepsonderwijs moet gaan aanhaken op de ontwikkeling. “Het onderwijs is onderdeel van de economische activiteiten en we moeten daar snel op inspelen.” De bewindsman zegt dat ook de investering voor het beroepsonderwijs in kaart gezet moet worden. Daarnaast is ook een visie op de korte, lange en middellange termijn cruciaal. Er zal een visienota moeten komen, die in het bijzonder met het bedrijfsleven gedeeld zal moeten worden.
Directeur Holband geeft aan dat een aantal indicatoren, waaronder onderzoeken uitgevoerd in opdracht van Staatsolie, hebben aangegeven dat er met een verouderd curriculum gewerkt wordt. Verder is uit onderzoek door ROC Noord Holland gebleken dat 25 procent van het onderwijs praktijkgericht is én 75 procent theorie bevat. Het Surinaamse bedrijfsleven heeft daarnaast opgemerkt dat personen die afstuderen niet voldoen. “We moeten gaan kijken hoe we dit oplossen”, aldus Holband, die zegt dat er met het project aan fundamentele zaken gewerkt zal worden.
Namens de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) sprak Kamlesh Ganesh van een belangrijk moment. De organisatie is ingenomen met de initiatieven vanuit minOWC. Zij spreekt van een cruciaal moment voor Suriname, omdat beroepsonderwijs aan de basis ligt van een sterke economie. “Een economie waarin individuen niet alleen bijdragen aan de welvaart, maar ook hun eigen potentieel optimaal kunnen benutten.” Ganesh zegt dat de VSB zich altijd hard heeft gemaakt voor het versterken van het onderwijsveld. Zij streeft naar een robuust toekomstbestendig onderwijsstelsel, dat niet alleen aansluit op de onmiddellijke behoeften van de arbeidsmarkt, maar ook rekening houdt met lange termijnontwikkelingen.
