Toen Cristiano Ronaldo vorig jaar de Gouden Bal won, konden criticasters nog stellen dat hij dat niet verdiende omdat hij met Real Madrid geen hoofdprijzen had gepakt. De 29-jarige aanvaller koppelde in 2014 zijn gigantische doelpuntenproductie aan het winnen van prijzen, met La Decimá als ultieme hoogtepunt, waarmee hij ook de laatste kritiek deed verstommen.
Dat Cristiano Ronaldo opnieuw een fenomenaal jaar ging beleven, werd op 29 april duidelijk toen hij in de halve finale van de Champions League afrekende met twee kwelgeesten in het verleden. De Portugese superster scoorde twee keer tijdens een ongekende 0-4 zege bij titelverdediger Bayern München, de grootste vernedering in de trainersloopbaan van Pep Guardiola. Cristiano Ronaldo bracht met deze treffers zijn doelpuntenaantal in dat seizoen in de Champions League op zestien en ontnam rivaal Lionel Messi (veertien goals in 2011/12) zijn record.
Daarmee stond die avond in München symbool voor de wisseling van de wacht in het internationale voetbal. Onder leiding van coach Guardiola en doelpuntenkanon Messi had Barcelona tussen 2008 en 2012 het wereldvoetbal gedomineerd, waardoor Cristiano Ronaldo ondanks zijn geweldige prestaties toch in de schaduw stond. Maar nu was Madrid aan zet, met Ronaldo als paradepaardje. De finale tegen stadgenoot Atlético werd met 4-1 gewonnen en dus was na twaalf jaar wachten La Decimá een feit.
Maar juist in deze cruciale fase van het seizoen werd Cristiano Ronaldo geteisterd door knie- en dijbeenproblemen, het enige wat zijn dadendrang in 2014 kon stoppen. De Portugees miste door dit blessureleed het slot van de competitie, waar Real de landstitel uit handen gaf en de bekerfinale. Ook in de eindstrijd tegen Atlético werd Cristiano Ronaldo gehinderd door pijntjes, waardoor zijn bijdrage beperkt bleef tot een benutte strafschop in de slotminuut.
Door zijn blessures kwam eveneens het WK van Cristiano Ronaldo ernstig in gevaar, maar uiteindelijk kon hij toch afreizen naar Brazilië. Het mondiale eindtoernooi zou uitmonden in het enige smetje op het magistrale jaar van de Portugese aanvaller, die met zijn land roemloos werd uitgeschakeld in de groepsfase.
Na de zomer ging Cristiano Ronaldo weer ouderwets door met scoren, waardoor hij het jaar 2014 afsloot met imposante statistieken: 60 wedstrijden, 61 doelpunten en 22 assists. Voeg daarbij het feit dat hij met Madrid vier hoofdprijzen (WK voor clubs, Champions League, Europese Super Cup en Copa del Rey) won en het is geen verrassing dat Cristiano Ronaldo voor de derde keer in zijn loopbaan (na 2008 en 2013) de Ballon d’Or in ontvangst mocht nemen.