Duitsland had maandagavond en -nacht alle mogelijke moeite met Algerije. De achtste finale werd uiteindelijk in de verlenging in het voordeel van de Europeanen beslist: 2-1.
Algerije wilde in Porto Alegre wraak nemen voor Het Bedrog van Gijón. Op het WK van 1982 in Spanje werden de Algerijnen uitgeschakeld omdat West-Duitsland en Oostenrijk het in hun laatste groepsduel op een akkoordje gooiden. Een 1-0 overwinning voor de Duitsers was voor die twee ploegen genoeg om door te gaan. Na de openingsgoal van Horst Hrubesch voerden beide ploegen werkelijk niets meer uit en het bleef 1-0, Algerije woedend en uitgeschakeld achterlatend.
Eerder in die groepsfase wist Algerije destijds knap met 2-1 te winnen van (toen nog) West-Duitsland, net zoals het in 1964 al een oefenduel had gewonnen: 2-0. Het waren tot gisteren de enige twee ontmoetingen tussen beide landen, twee keer verloren de Duitsers dus. En hoewel het er uiteindelijk niet van kwam, leek het die kant in de eerste helft af en toe wel op te gaan.
Voor rust bleek het dappere Algerije namelijk verrassend de gevaarlijkste ploeg. Duitsland-keeper Manuel Neuer was net op tijd ver uit zijn doel om een inzet van El Arbi Hilel Sourdani met zijn benen te redden, terwijl Sofiane Feghouli na een knappe actie voorlangs schoot, een kopgoal van Islam Slimani werd afgekeurd en Faouzi Ghoulam eveneens geen doel trof. Duitsland kwam tot een kopbal van Thomas Müller en afstandsschoten van Bastian Schweinsteiger en Toni Kroos. De rebound van die laatste poging leek door Mario Götze alsnog te kunnen worden afgerond, maar keeper Raïs M’Bolhi redde knap.
Na rust leek Duitsland wat beter te begrijpen dat het echt vol aan de bak moest om door te stoten naar de laatste acht, iets dat Die Mannschaft sinds 1954 op elk van de vijftien WK’s lukte. Een kopbal van verdediger Shkodran Mustafi – die speelde voor de zieke Mats Hummels, maar zelf later geblesseerd naar de kant moest – kwam in de handen van M’Bolhi. Vlak daarna redde de doelman erg fraai op een schot van Philipp Lahm.
De sluitpost van CSKA Sofia ontpopte zich in het vervolg tot de absolute held van de Algerijnen, terwijl Müller zich aan de andere kant in negatieve zin onderscheidde. M’Bolhi keerde een kopbal van de vrijstaande Bayern München-aanvaller knap. De topscorer van de Duitsers op dit WK, met vier goals, had even later wederom de openingsgoal moeten maken: hij schoof de bal met buitenkant rechts echter naast. Aan de andere kant meldde Neuer zich wederom een paar keer ver buiten zijn zestienmetergebied om counters onschadelijk te maken.
In de slotfase kreeg Müller de lachers op zijn hand, door zich bij een vrije trap die hij leek te gaan nemen te laten vallen. Hij richtte zich op en ging vervolgens diep, maar stond buitenspel toen hij de bal uiteindelijk toch kreeg, waardoor de kolderieke variant totaal in het water viel. Ook een inzet met het hoofd van Schweinsteiger was een prooi voor M’Bolhi, waardoor een verlenging het duel moest beslissen.
In die verlenging leek het vervolgens snel bekeken. Müller gaf al na amper anderhalve minuut laag en hard voor, waarna invaller André Schürrle – al dan niet bewust – achter het standbeen langs scoorde. Via Mehdi Mostefa was Algerije nog dicht bij de 1-1, maar zijn schot ging maar net naast. De Noord-Afrikanen leken te moe om iets klaar te spelen, maar het venijn zat ‘m nog in de staart. In de laatste minuut van de verlenging maakte Mesut Özil er ook nog 2-0 van, de 2-1 van Abdelmoumene Djabou kwam zodoende te laat. Omdat een kopbal van Feghouli in de laatste seconde geen doel trof, speelt Duitsland vrijdag de kwartfinale tegen Frankrijk.