
Bij de afsluiting van het dienstjaar 2025 van het directoraat Welzijn en Arbeid en het directoraat Arbeidsinspectie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid (VWA) heeft onder andere de onderminister dr. Raj Jadnanansing stilgestaan bij de behaalde resultaten en de beleidsprioriteiten voor 2026. De onderminister sprak zijn waardering uit voor de saamhorigheid en inzet van het personeel.
Volgens hem vormt deze onderlinge verbondenheid een belangrijke motivatiefactor, die ondanks hoge werkdruk en beperkte middelen heeft geleid tot zichtbare vooruitgang in het beleid en de uitvoering van de taken van beide directoraten. Een belangrijk beleidsvoornemen voor de komende periode is de verdere decentralisatie van de dienstverlening van zowel Welzijn en Arbeid als de Arbeidsinspectie in het hele land. In dit kader is in 2025 reeds een begin gemaakt met de opening van een dependance in Wit Santi, in het district Para.
Daarnaast zijn in Wageningen en Nieuw Nickerie panden die eigendom zijn van het ministerie, en die eerder door derden werden bewoond, opnieuw ter beschikking gesteld van het ministerie. Deze locaties zullen in 2026 worden ingezet voor verdere decentralisatie van de dienstverlening. Met betrekking tot het beleidsgebied Welzijn benadrukte de onderminister het urgente belang hiervan, mede in het licht van het recente drama in Commewijne, waarbij meerdere personen het leven hebben verloren als gevolg van problematiek in de sfeer van huiselijk geweld en geestelijke
gezondheid. Hij gaf aan dat dergelijke incidenten diep ingrijpen in de samenleving en onderstrepen dat versterking van het welzijnsbeleid en betere coördinatie tussen betrokken instellingen noodzakelijk zijn om herhaling te voorkomen. Als een van de concrete en snelle interventies kondigde hij aan dat het ministerie in 2026 een hulplijn zal instellen, waar burgers terechtkunnen met problemen die zij persoonlijk of in hun omgeving ervaren, waaronder huiselijk geweld, middelenmisbruik en suïcidale gedachten. Een bijzonder aspect van deze hulplijn zal de directe doorverwijzing naar professionele hulpverleners zijn.
Op het gebied van arbeid en werkgelegenheid zal het ministerie in 2026 doorgaan met het voorbereiden van de beroepsbevolking door middel van gerichte vaktrainingen, zodat kan worden ingespeeld op de verwachte spin-offeffecten van de olie- en gassector en de toenemende behoefte aan local content. Verwacht wordt dat hierdoor veel nieuwe arbeidsplaatsen zullen ontstaan. Tegen deze achtergrond is reeds een aanvang gemaakt met het kosteloos trainen van werkzoekenden in specifieke beroepen waar vraag naar wordt voorzien, evenals in ondernemerschap voor personen die zelf producten en diensten willen aanbieden. Scholing, herscholing en omscholing in geïdentificeerde beroepsrichtingen zullen in 2026 volgens hem worden voortgezet.
Jadnanansing gaf aan dat de president dit beleid volledig ondersteunt en inmiddels een presidentiële commissie heeft ingesteld die zich landelijk zal richten op gerichte vaktrainingen en een assessment zal uitvoeren naar waar en voor welke doelgroepen trainingen noodzakelijk zijn. De trainingsinstituten SHTTC, SAO en SPWE, als werkarmen van het ministerie, zullen volgens de bewindsman een cruciale rol vervullen bij het opschalen van deze inspanningen om te kunnen voldoen aan de vraag naar kwalitatieve arbeidskrachten. Tot slot verduidelijkte de onderminister dat vrijdag 2 januari door de regering is uitgeroepen tot een nationale rouwdag naar aanleiding van het drama in Commewijne. Hij benadrukte evenwel dat deze dag een reguliere werkdag blijft en niet is gelijkgesteld aan een vrije dag.
Rowan Noredjo, inspecteur-generaal van de Arbeidsinspectie, gaf aan dat in 2026 de boetes voor overtredingen van de arbeidswetgeving zullen worden verhoogd. Deze maatregel is bedoeld om de naleving van arbeidswetten door werkgevers te versterken en preventief druk uit te oefenen. Verder sprak hij de verwachting uit dat de Arbeidsinspectie in 2026 effectiever zal functioneren, aangezien de noodzakelijke voorbereidingen voor capaciteitsversterking inmiddels zijn getroffen. Zo zal in het eerste kwartaal van 2026 een nieuwe lichting aspirant-arbeidsinspecteurs starten met de opleiding tot junior-arbeidsinspecteur, terwijl ook wordt voorzien in de verbetering van de werkomstandigheden door het personeel te voorzien van essentiële werkmiddelen, waaronder computers.
De directeur van het directoraat Welzijn en Arbeid, Jimmy Belfor, sprak zijn waardering uit voor de inzet en betrokkenheid van het personeel en gaf aan dat het ministerie zich in 2025 positief en professioneel in de media heeft gepresenteerd. Hij benadrukte het belang van ketenwerking binnen de organisatie en wees erop dat het functioneren van iedere afdeling direct van invloed is op andere schakels in de keten en daarmee op de algehele prestaties van het ministerie. In dat kader riep hij het personeel op om de onderminister blijvend te ondersteunen in diens inspanningen om het ministerie verder te versterken en naar een hoger niveau te tillen. Tot slot kondigde Belfor aan dat hij na 33 dienstjaren in 2026 met pensioen zal gaan en bedankte hij het personeel voor de steun en samenwerking die hij gedurende zijn loopbaan heeft mogen ervaren.






