Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS), verschilt van mening met Minister Soewarto Moestadjo van Arbeid, bij de berekening van het minimumuurloon en de armoedegrens. Volgens directeur van het ABS gaat het in deze om de keuze van methodiek, die toegepast wordt bij de berekening. Er zijn twee manieren die het ABS gebruikt voor de berekeningswijze: de zogenaamde ABS/NCVA methodiek en de ABS methodiek die in 2014 aan VP Ameerali was voorgehouden.
De ABS/NCVA methodiek werd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken uitgevoerd. Volgens deze methode zou de armoedegrens SRD 1292 moeten bedragen terwijl het minimumuurloon SRD 1846 had moeten bedragen.
In het tweede rapport van het ABS, zou de zogenaamde Ameerali minimumloon SRD 1175 moeten zijn en het Moestadja minimumloon SRD 1679. Sno zegt dat de minister kennelijk ervoor gekozen heeft om uit te gaan van een bestaansminimum van SRD 999 en daaruit een minimumloon af te leiden. Dit is volgens Sno geen probleem, zolang Moestadja daar eerlijk over is.{mp3}snoabs{/mp3}