Op 23 januari 2024 is het verzoekschrift en het beroepschrift, ingediend door de advocaten mr. M. Dubois, mr. M. Castelen, mr. D. Veira, mr. N. van Dijk en mr. M. Misiedjan namens hun cliënten, D. Bouterse, E. Gefferie, S. Dendoe, I. Dijksteel en B. Brondenstein, behandeld in raadkamer door het Hof van Justitie. De kamer die de zaken in behandeling heeft genomen bestaat uit mr. S.S.S. Wijnhard, President van de kamer en de leden, mr. R.M. Praag en mr. I. Sonai.
In hun verzoekschrift vragen de verzoekers dat het vonnis van 20 december 2023 niet ten uitvoer wordt gelegd. Indien dat niet kan worden toegewezen wordt gevraagd dat het vonnis wordt geschorst.
In hun beroepschrift wordt door hen gevraagd dat het besluit van de Procureur-generaal, omtrent de last tot aanmelden van de veroordeelden in verband met het ondergaan van de opgelegde straf, wordt herroepen en dat een nieuw besluit wordt genomen, waarin de Procureur-generaal wordt bevolen om de tenuitvoerlegging van het vonnis van 20 december 2023 niet uit te voeren en als dat niet wordt toegewezen om de tenuitvoerlegging van dat vonnis te schorsen.
De verdachten, Gefferie, Dendoe en Brondenstein waren aanwezig.
Advocaat Dubois heeft het verzoekschrift en het beroepschrift toegelicht. Na de toelichting van de verdediging heeft de waarnemend Procureur-generaal haar reactie schriftelijk overgelegd en heeft zij deze vervolgens toegelicht. Zij vroeg om afwijzing van hetgeen de raadslieden in het verzoekschrift en het beroepschrift hebben gevraagd omdat het gevraagde geen steun vindt in de wet. De raadslieden hebben vervolgens gevraagd hen in de gelegenheid te stellen op een andere datum in te gaan op de reactie van de Procureur-generaal, hetgeen is toegelaten.
De behandeling van het verzoekschrift en het beroepschrift zal worden voortgezet op 13 februari 2024 om 13.00 uur. Op die dag zullen zowel de advocaten als de vervolging aan het woord komen. De afspraak is gemaakt dat zowel de advocaten als de vervolging hun reacties op schrift stellen en vooraf versturen naar de griffier en de tegenpartij.
De advocaten moeten op uiterlijk 30 januari een schriftelijke reactie sturen, terwijl dat bij de vervolging op 6 februari moet.