Het moet raar lopen wil de Champions League dinsdagavond geen nieuwe topscorer aller tijden krijgen. Real Madrid-vedette Cristiano Ronaldo kan in de thuiswedstrijd tegen Liverpool het doelpuntenrecord van voormalig ploeggenoot Raúl uit de boeken spelen.
Cristiano Ronaldo staat na 106 wedstrijden in het hoofdtoernooi van de Champions League op zeventig treffers, nog maar eentje minder dan het record van Raúl. Die maakte zijn 71 doelpunten tussen 1995 en 2011 in dienst van Real Madrid (66 goals) en Schalke 04 (5).
Raúl is nu al meer dan vijfduizend dagen de meest trefzekere schutter in de historie van de miljoenencompetitie, die in het seizoen 1992/93 het levenslicht zag. Hij veroverde de eerste plaats op de topscorerslijst aller tijden op 21 februari 2001, toen hij de Braziliaan Mario Jardel van FC Porto passeerde.
Cristiano Ronaldo heeft zich vooral de laatste jaren pijlsnel opgewerkt op het prestigieuze klassement van de UEFA. Na zijn eerste 52 Champions League-wedstrijden – allemaal in dienst van Manchester United – stond de Portugees op slechts vijftien goals. Pas na zijn overstap naar Real Madrid in de zomer van 2009 nam zijn doelpuntenjacht een hoge vlucht met 55 (!) goals in 54 duels.
In het kielzog van Cristiano Ronaldo kan ook Lionel Messi het aantal doelpunten van Raúl deze week evenaren. De aanvaller van Barcelona, goed voor 69 goals in 89 Champions League-optredens, neemt het woensdag in de Amsterdam Arena op tegen Ajax. Lange tijd zag het ernaar uit dat Messi het record van Raúl als eerste zou kunnen evenaren of verbeteren, maar die eer valt nu dus zo goed als zeker te beurt aan zijn Portugese rivaal.