Twaalf jaar na het schitterende doelpunt van Zinedine Zidane tegen Bayer Leverkusen (2-1 overwinning) is La Décima een feit voor De Koninklijke. In de Champions League-finale was Real Madrid te sterk voor stadgenoot Atlético Madrid. In Lissabon eindigde het duel in 1-1, maar in de verlenging bepaalden Gareth Bale, Marcelo en Cristiano Ronaldo de eindstand: 4-1.
Het was een finale zoals wel vaker. Ongekend spannend, maar zeker niet de mooiste wedstrijd. Pas in de verlenging, na 1-1 stand na negentig minuten, was het Real Madrid dat aan het langste eind trok. Die verlenging kwam er dankzij Sergio Ramos, die in de extra speeltijd raak kopte na een hoekschop van Luka Modric. In de tweede helft van de verlenging kopte vervolgens Bale tien minuten voor tijd binnen, terwijl Marcelo en Cristiano Ronaldo (strafschop) de eindstand bepaalden: 4-1.
Voor beide partijen stond er ieks unieks op het spel tijdens de eerste Champions League-finale tussen twee clubs uit dezelfde stad. Atlético kon, na twee eindzeges in de Europa League en een Europa Cup II, voor het eerst in de clubgeschiedenis de Cup met de Grote Oren winnen. Daarentegen aasde Real Madrid op La Décima, de tiende Europa Cup I.
In Lissabon, met Björn Kuipers in navolging van Leo Horn, Charles Corver en Dick Jol de vierde de Nederlandse scheidsrechter in een Europa Cup I/Champions League-finale, kon Real Madrid-trainer Carlo Ancelotti gewoon een beroep doen op zijn gevreesde aanvals-trio Gareth Bale, Karim Benzema én Cristiano Ronaldo. De aanwezigheid van met name Ronaldo zorgde voor een enorme boost, gezien zijn moyenne in dit CL-seizoen. Liefst zestien keer vond de Portugees het net in de meest trefzekere ploeg in het miljoenenbal (38 goals).
Maar uitgerekend Ronaldo was onzichtbaar tijdens de finale. Datzelfde gold ook voor Diego Costa, de absolute uitblinker van Atlético. Bij de rood-witten uit Madrid was er witte rook omtrent het meespelen van Costa. Vorige week leek de fysiek sterke aanvaller voldoende hersteld voor de kampioenswedstrijd op bezoek bij Barcelona (1-1), maar duurde zijn rentree zestien minuten. Dit keer deed hij slechts negen minuten mee en werd andermaal duidelijk dat hij nog niet hersteld is van zijn spierblessure.
Na de wissel van Costa speelden beide ploegen in de openingsfase vooral afwachtend. Pas na ruim een half uur zagen de fans in het uitverkochte Estádio da Luz de eerste grote kans. Gareth Bale maakte dankbaar gebruik van een foute pass van Thiago, maar slaagde er niet in om doelman Thibaut Courtois te verschalken. Zijn inzet belandde naast, terwijl Ronaldo er misschien wel beter voor stond.
Even later was het wel raak dankzij een inschattingsfout van de ervaren Iker Casillas. De doelman en aanvoerder van Real Madrid snelde zijn doel uit voor een lange bal richting zijn zestienmetergebied, maar was veel te laat. Centrumverdediger Diego Godín, dit seizoen garant voor belangrijke doelpunten, kopte de bal via zijn achterhoofd ietwat gelukkig over Casillas heen. De Uruguayaan kopte vorige week nog de bevrijdende 1-1 binnen tegen Barça, waardoor niet de Catalanen, maar de Madrilenen aan de haal gingen met de titel.
Na de rust schakelde Real Madrid duidelijk een tandje bij. Tot grote kansen leidde dit echter niet. Op een snoeiharde vrije trap – met de bekende zwabber – van Ronaldo na stichtten de Madrilen amper gevaar voor het doel van Courtois. Dat zag ook Ancelotti en die greep direct in door Isco in te brengen voor Sami Khedira en Marcelo voor Fábio Coentrão.
Door de mutaties voerde De Koninklijke de druk verder op en waren we achtereenvolgens mogelijkheden voor Ronaldo, Benzema en Bale. Vooral bij de kans van die laatste had er meer ingezeten. Met een hoge snelheid bestormde Bale het doel van de Belg Courtois, maar schoot wederom naast. Ook in de absolute slotfase waren er kansen voor Bale en Di María. Pas in de blessuretijd werd de muur geslecht. Uit de hoekschop van Luka Modric kopte Sergio Ramos raak, waardoor de verlenging een feit werd.
Voor de zevende keer in de Champions League-historie was een verlenging nodig in de finale. In alle zes voorgaande gevallen mondde dat uit in penalty’s. De laatste ECI/CL-finale waarin er tijdens de verlenging gescoord werd, was die van 1992 (Barcelona-Sampdoria 1-0, treffer Ronald Koeman). In de verlenging ondernam Real Madrid wel wat pogingen, maar predikte het net als Atlético vooral voorzichtigheid.
Pas in de tweede helft van de verlenging was het over en sluiten voor de ploeg van trainer Diego Simeone, die zelf vlak voor tijd een rode kaart kreeg. Bale kopte raak nadat het schot van Di María was gekeerd door Courtois. Tijdens een wanhoopsoffensief van Atlético maakte Marcelo en Ronaldo gebruik van de ruimtes. Marcelo schoot fraai raak, terwijl Ronaldo even later werd neergelegd in het strafschopgebied en zelf de eindstand bepaalde vanaf elf meter (4-1).