Formule 1-baas Bernie Ecclestone hoeft niet langer te vrezen voor gevangenisstraf. De baas van de Formule 1 heeft dinsdag door het betalen van een afkoopsom van zo’n 75 miljoen euro vervolging wegens omkoping kunnen voorkomen.
Ecclestone moet het door zijn advocaten voorgestelde bedrag binnen een week betalen. Het voorstel werd in de ochtend al acceptabel bevonden door de aanklager maar rechter Peter Noll had het eindoordeel.
Ecclestone (83) stond sinds 24 april voor het gerecht omdat hij ervan werd verdacht in 2006 bij de overname door investeerder CVC van een groot aandelenpakket van de Formule 1 van de Bayerische Landesbank, smeergeld te hebben betaald aan bankier Gerhard Gribkowski die namens de bank de verkoop begeleidde. Dat ging over een bedrag van 44 miljoen dollar (ruim 32 miljoen euro). Vorige week stelden zijn advocaten nog voor de benadeelde bank een schadevergoeding van 25 miljoen euro te betalen.
Voor de aanklager waren de leeftijd van Ecclestone, de gedateerdheid van de feiten en andere omstandigheden reden de schikking te accepteren. De Britse miljonair zou voor jaren de cel in moeten en afstand moeten nemen van het in 40 jaar opgebouwde imperium rond de Formule 1. Met het betalen van het bedrag is de zaak geseponeerd en is Ecclestone officieel ontslagen van rechtsvervolging. Hij kan zijn baan als grote baas van de Formule 1 blijven uitoefenen. Van de som die Ecclestone moet betalen gaat een klein deel, 750.000 euro, naar een goed doel. „De zaak is tijdelijk opgeschort en pas voorbij als u aan uw verplichtingen heeft voldaan”, sloot rechter Noll de met veel publiciteit omgeven zaak af. Ecclestone bedankte hem en beloofde zich aan de eis tot snelle betaling te houden.
Zijn advocaten weerspraken de suggestie dat Ecclestone de zaak heeft afgekocht. „Door deze afhandeling behoudt de heer Ecclestone het vermoeden van onschuld”, luidde het in een verklaring. „De hoogte van de vergoeding is afgestemd op zijn financiële situatie.”
Een woordvoerder van de rechtbank in München noemde de overeengekomen afkoopsom geen aanvaarding van schuld. „Bij een afhandeling als deze is er geen sprake van schuld of onschuld”, meldde ze. „Hij is niet vrijgesproken of veroordeeld. Dit is gewoon een manier om een procedure te beëindigen.”