In Rio de Janeiro, stad met uiterst gewelddadige reputatie, vliegen de kogels deze week niet alleen in de vele favela’s in het rond. In het water van het olympisch stadion vergapen tienduizenden toeschouwers zich aan een  scherp patroon van een buitengewoon kaliber, de Baltimore Bullet, zoals de bijnaam van het Amerikaanse fenomeen Michael Phelps luidt.

Op de 200 meter vlinderslag voegde de meest gedecoreerde atleet op aarde in een tijd van 1.53,36 alvast de twintigste gouden olympische medaille aan zijn collectie toe. Hij bracht daarmee hij zijn totaal aantal op de Spelen verzamelde plakken op 24 bracht. In een nek-aan-nek race heroverde hij de titel op het nummer waarop hij ook al tijdens Athene 2004 en Peking 2008 zegevierde. Vier jaar geleden, in Londen, moest hij de titel laten aan de Zuid-Afrikaan Chad Leclos.

Phelps zakte in de laatste van vier banen in en moest alle zeilen bijzetten om de Japanner Masato Sajkai voor te blijven. Bij de plaat bedroeg het verschil met de Aziaat slechts 0,04 seconden. Het brons ging in 1.53,62 naar de Hongaar Tamas Kendersi. Ietwat later op de avond werd de eenentwintigste gouden plak aan zijn collectie gevoegd nadat de amerikaanse estafette ploeg weer toesloeg op de 4x200m vrije slag.

Weer Ledecky

De Amerikaanse zwemster Katie Ledecky heeft haar tweede titel op de Olympische Spelen binnen. De negentienjarige Ledecky schreef na de 400 meter vrije slag ook de 200 vrij op haar naam. De Amerikaanse zegevierde in 1.53,73, vóór de Zweedse Sarah Sjöström (tweede in 1.54,08) en Emma McKeon uit Australië (derde in 1.54,92).